was bij de Romeinen de naam, die gegeven werd aan het blad van de Egyptische papyrusplant. Daar de Romeinen gewoon waren op de bladeren van deze plant te schrijven, gaven ze later, toen ze ook ander schrijfmateriaal kregen, denzelfden naam aan alles, waarop men schrijven kon.
Zo krijg je den overgang „charta-cartekaart”, respectievelijk in het Latijn, Frans en Nederlands.
In de Middeleeuwen was charta een oorkonde of officieel stuk, waarop belangrijke privilegiën geschreven stonden. De meest bekende is de Engelse Grondwet van 1215, de „Magna Charta” (zie aldaar).
Hetzelfde woord is ten slotte het aan het Frans ontleende charter, dat eveneens oorkonde en dan wel vooral middeleeuwse oorkonde betekent. De Chartermeester, een titel bij ons Rijksarchief, is de ambtenaar, die zich in de eerste plaats met zulke charters bezig houdt.
In nog een anderen vorm vindt men hetzelfde woord weer in charte- of chertepartij, de acte van overeenkomst (weer dus een oorkonde) tussen den bevrachter en den vervoerder in de zeevaart.