Een der grootste toonkunstenaars van alle eeuwen is Ludwig van Beethoven, geboren uit een Vlaamse familie te Bonn in 1770, overleden te Weenen in 1827.
Er zal wel haast geen mens in de beschaafde wereld zijn, die nooit genoten heeft van zijn schone symphonieën of sonates, waarin het diepste en rijkste van de natuur en vooral van de ziel leeft en tot uiting komt.
Zijn vader, die aan den drank was verslaafd, wist zijn talent niet op de juiste wijze te leiden, zodat zijn eerste leerjaren een kwelling waren. Later kwam hij onder leiding van bekwame kunstenaars, waardoor zijn talent zich nu snel ontwikkelde. Reeds op 13-jarigen leeftijd werd hij aangesteld als cimbalist in de kapel van den Keurvorst, later ging hij naar Weenen, waar hij voorgoed bleef. Vele hoog-adellijke families stelden belang in hem en overlaadden hem met vriendschapsbetuigingen, doch Beethoven waardeerde de belangstelling niet altijd. Hij had een moeilijk karakter en was lastig in den omgang, hoofdzakelijk door zijn zwakke gezondheid en door zijn doofheid, die met de jaren erger werd.
Je begrijpt gemakkelijk, welk een kwelling het voor dien groten kunstenaar moet zijn geweest, dat hij zijn eigen composities tenslotte weinig of niet meer kon horen.
Beethoven is nooit getrouwd geweest. Op lateren leeftijd nam hij een neef als zijn zoon aan, doch de jongen wilde niet oppassen en dit verbitterde zijn leven nog meer.
Ludwig van Beethoven was dus niet, wat wij gelukkig zouden noemen. Hij moet veel verdriet hebben gekend en dit voelt men, wanneer men naar zijn machtige werken luistert. In zijn werk zelf heeft hij echter een geluk gevonden, dat zo edel en mooi is, dat wij, gewone mensen, het stellig niet kunnen bevatten. Wij mogen Beethoven dus allerminst beklagen om zijn treurig lot.
Het is natuurlijk niet mogelijk in klein bestek zijn werk ook maar te noemen. Het allerbekendst zijn de negen symphonieën, de ouvertures, zijn enige opera (Fidelio), de prachtige trio’s en quartetten (ook het septet), de sonates voor piano, die voor viool (en cel) en piano, zijn pianoconcerten en een vioolconcert, 2 missen en kleinere composities voor piano en zang.