Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Verbroedering

betekenis & definitie

VERBROEDERING. Het hoofdmiddel, waarvan zich de Vrijmetselarij tot haar oogmerk bedient, is de Loge, waar het menschelijk geslacht in zijne volkomenheid, en dus de mensch, vrij van hartstogten, driften, dwaasheden en misdaden, in zuivere, broederlijke betrekking tot zijnen medemensch en kinderlijke betrekking tot God, den Alvader, staat; waar menschen, in het burgerlijke leven door stand, bezittingen, vaderland, geloofsbelijdenis of staatkundige begrippen van elkander gescheiden, zich gemeenschappelijk vereenigen, om het ideaal van verbroedering aller stervelingen, al is het ook slechts voor eenen tijd, te verwezenlijken; ten einde hun gemoed, door den druk en de verkeerdheden der buitenwereld geprangd en ter neder gebogen, door dit verheven denkbeeld op te beuren, zich in dit grootsche schouwspel te verkwikken, en hun hart voor de hoogere belangen des menschdoms vatbaar te maken. De herinnering aan die oorsponkelijke verbroedering der menschen is, in de burgerlijke maatschappij, door hare godsdienstige en staatkundige splitsing, sedert lang verloren gegaan, doch haar aandenken is in de Loges behouden gebleven. Het uitsterven dier herinnering is eene hoofdoorzaak van vele verkeerdheden, vijandelijkheden en vervolgingen van bijzondere menschen, onder en tegen elkander, gelijk mede onder gansche volken, waarvan de geschiedenis des menschen schier op elke bladzijde vervuld is, en die wij, bijna nog dagelijks, in het burgerlijk leven kunnen waarnemen. Het denkbeeld dier verbroedering sluit geen volk of rang, geen stand of godsdienstige gezindte buiten.

Hetgeen door de duizendvoudige betrekkingen des maatschappelijken levens gescheiden is, vereenigt zich, en omarmt elkander broederlijk in de Loge. Hier geldt geenerlei onderscheid van persoon of eigendom. De Vrijmetselaar ziet niet den man in purper of lompen aan, maar erkent in ieder van hen zijn Broeder, die met hem gelijke volmaakbaarheid en gelijke roeping tot volmaking ontving. Vreemd aan alle hartstogten en lage driften, opent zich hier aller hart voor het edelste gevoel des menschen.De treurende onschuld vindt er troost, de verlatene heul en steun, de bedrukte en hulpbehoevende bijstand; menige kommer wordt er gestild; menige traan, die in stilte vloot, in stilte gedroogd. Zoo wordt de Loge de Tempel der menschheid, waar de Broeders worden opgewekt tot hetgeen eeuwig waar, goed en schoon is, en, in den geest van den grooten Onzigtbare, in stilte den zegenrijksten arbeid verrigten.

< >