Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Ondersteuningsgesticht te Parijs

betekenis & definitie

ONDERSTEUNINGSGESTICHT te Parijs. Het besluit daartoe werd op den 19den November 1839, genomen door de Loge la Clémente Amitié in die stad, en aan de andere Loges medegedeeld bij cirkulaire van 1 December, onderteekend door de BB. DESANLIS en L.TH. JUGE, als regD en oud-M en eenige verdere BB. Dit besluit strekt tot eer der Loge, die het genomen heeft, der Broederschap in Frankrijk, die het ondersteunde, maar vooral van den Br.

DESANLIS, die het voorstel deed, en welke dus als de stichter er van is te beschouwen. In het rapport, daarover uitgebragt door de speciale kommissie, komt onder anderen het volgende voor:De luiheid en het gebrek aan arbeid brengen de armoede voort en begunstigen de bedelarij. De luiheid klopt in het bedelaarskleed aan de poorten onzer tempels, en ontvangt er, ten nadeele van regtschapen behoeftigen, in zekeren zin, eene aanmoedigende premie. Wij behoorden voortaan doof voor haar te zijn; want de luiheid is eene ondeugd, die, ten opzigte der maatschappij, volstrekt onbruikbaar maakt; en de V. M. kan de ondeugd niet aanmoedigen, die in den daarmede behebte, zedelijke onwaarde bewijst, welke voortvloeit uit zijne onverschilligheid omtrent alles, wat hem niet persoonlijk betreft.

De Broeders, die ten gevolge van gebrek aan werk, of door dat hun arbeid niet behoorlijk wordt beloond, zich in kommerlijke omstandigheden bevinden, verdienen al onze zorg. Wij zijn dezen ondersteuning in hun ongeluk verschuldigd, en zullen hun die, als goede Broeders doen toekomen.

Sedert langen tijd zijn wij getroffen geworden door de ongelegenheden, gepaard met het verstrekken van geld aan de behoeftigen. Voor de luijaards is dit een lokaas, waarop zij spekuleeren, om zich, na zoo gemakkelijk verkregen voordeelen, in den drank te buiten te gaan, enz.

Het besluit, door de Loge genomen, bevatte de bepalingen, dat, na het vestigen des gestichts, alle geldelijke ondersteuning, buiten volstrekte noodzakelijkheid, zal ophouden, maar dat van dienzelfden dag, de Parijsche, inlandsche en vreemde BB., wier aanspraak op ondersteuning behoorlijk mogt blijken en worden erkend, in het ondersteuningsgesticht, voeding en huisvesting zullen erlangen, terwijl eene behoorlijk ingerigte geneeskundige dienst, gratis, voor hunne verpleging zal zorgen. Bovendien zou er eene kommissie worden gevormd, om zoodanige BB., welke zonder werk zijn, te doen plaatsen, en hun, overeenkomstig hunne geschiktheid, werk te verschaffen. De BB., die door eigen schuld werkeloos zijn en blijven, en, zonder voldoende redenen, den hun verschaften arbeid weigeren, zullen de ondersteuning onwaardig verklaard, niet meer dan een dag verpleegd, op een afzonderlijk register ingeschreven met bijvoeging hunner weigering - en aan de Zuster ? bekend gemaakt worden. Dit plan, hetwelk ook aan het G. O. werd ingezonden, vond dadelijk ondersteuning bij de Zuster-Loges, en men verzuimde geen middel, om het fonds aanhoudend te doen toenemen, gelijk de Loge la Clémente Amitié, b.v. een concert en bal gaf, dat door vijfhonderd personen werd bezocht, en waarvan de toegangkaartjes ten voordeele van het fonds werden verkocht, terwijl er tusschen het concert en het bal eene inzameling werd gehouden, die een' zeer goeden uitslag had. Het ingeleverde plan werd door het G.

O. (21 Maart 1840) goedgekeurd, en (11 April) aan de Loges aanbevolen. Het Gr. O schreef dadelijk in voor 1000 francs, en stelde vast, dat de raad van administratie zamengesteld uit negen Groot-Officieren (later vermeerderd met 6, waarvan 3 GG.Off en 3 reg MM), alle zes maanden rekening en verantwoording zou moeten doen. In Parijs zoude voor elke der acht en veertig sektiën een korrespondent benoemd worden, die de Regenten zoude ter hand gaan, in het inwinnen der noodige informatiën, ten aanzien van de zich aanmeldenden. De eerste inschrijvingslijst bedroeg 3055 francs, waaronder een legaat van 500 van den inmiddels overleden Br. DAOUST, 500 van de Loge en het Kapittel la Clémente Amitié, en 1820 van eenige leden.

Van Br. DESANLIS 100, van Br. ROUHOUD 50, van Br. JUGE 50 (later aanzienlijk vermeerderd), en 790 van de Loge les Amis bienfaisants et imitateurs d'Osiris réunis, te Parijs, zoowel van de Loge, de Recipiendaires, als van de leden afzonderlijk; van de Loge les Disciples de Fenelon 120, l'Union parfaite de la Persévérance (alle te Parijs) 200 francs.

Het voorloopig vastgestelde reglement voor het gesticht dat October 1840 geopend is was van den navolgenden inhoud:

Zetel van het centrale gesticht.

Art. 1. Het centrale ondersteuningsgesticht voor ongelukkige VV. MM. wordt gevestigd te Parijs, in de straat St. Gervais au Marais, No. 4 (in 1842 verplaatst naar de straat Rue Neuve saint Gilles, No. 10), en wordt bestuurd door eene kommissie, benoemd overeenkomstig besluit van het GD OD van Frankrijk, van 21 Maart 1840.

Art. 2. Zoo mogelijk zal er in den voorgevel een bord worden geplaatst, met het opschrift: Centraal huis van Maçonnieke ondersteuning.

Ondersteuning.

Art. 3. De ondersteuning, door het centraal huis verstrekt, is tweeledig:

1.Voeding en huisvesting.
2.Voeding alleen.

Art. 4. Over het etensuur en de soort van spijzen.

Art. 5. Een V. M. zal er niet langer dan veertien dagen ondersteuning genieten. In geval hij reiziger is, zal de kommissie beslissen, of hem ook bij, zijn vertrek, geldelijke ondersteuning zal worden verstrekt, om zijne reis voort te zetten.

Voorstelling.

Art. 6. De kommissie-alleen beslist over de toelating in het gesticht, en over den aard en den duur der ondersteuning.

Art. 7. De Loges-Stichteressen (bijdragen van 50 frs.) en de BB Stichters (bijdragen 25 frs.) hebben alleen het regt, behoeftige VV. MM. er toelating in het huis voor te stellen.

Art. 8. Ingeval er niet genoeg plaatsen in het gesticht beschikbaar zijn, wordt de voorkeur gegeven aan de aanvragen der Loges.

Art. 9. Over de 48 korrespondenten.

Toelating.

Art. 10. Een V. M., wiens toelating beslist is, zal in het gesticht worden opgenomen, op een bewijs, door Prezident en Sekretaris der kommD onderteekend. Dit bewijs duidt den aard der ondersteuning aan.

Art. 11. Geen V. M. wordt toegelaten, tenzij in het bezit van Maç. bewijsstukken, en na het bewijzen van zijn' behoeftigen staat en zijn onberispelijk gedrag.

Art. 12. Elk toegelatene moet zijne Maç. bewijzen aan de Regenten, en zijn paspoort of zijne veiligheidskaart aan den Direkteur afgeven. Bij zijn vertrek ontvangt hij ze terug.

Art. 13. Buiten wettig beletsel zal elk in het huis toegelaten Maç. , en die den hem verschaften arbeid niet wil aannemen, onmiddelijk worden verstoken van de Maç. ondersteuning.

Inwendig beheer.

Art. 14 Art. 15. De opgenomen BB moeten binnen het gesticht teruggekeerd zijn van 1 April tot 1 October te negen ure, en van 1 October tot 1 April te acht ure, enz.

Art. 16, 17, 18. Reglementaire bepalingen, waarin onder anderen voortkomt, dat het register van aankomst en vertrek, in het huis liggende, dagelijks door een der leden van de kommissie zal moeten geteekend worden.

Ondersteuning buiten het gesticht.

Art. 19. Naar gelang der behoeften en omstandigheden, kan ook door de besturende kommissie, ondersteuning in natura en in geld worden vergund.

Art. 20. De ondersteuning in natura bestaat hoofdzakelijk in brood, vleesch, hout en kleedingstukken, af te halen op volgbriefjes, door Voorz en SekretD onderteekend.

Art. 21. Handelt over dringende gevallen.

Art. 22. Ondersteuning in geld wordt alleen verstrekt in bijzondere gevallen, na voorafgegaan onderzoek, door eene kommissie van drie leden, gekozen uit de besturende kommissie.

Art. 23. Handelt over het inleveren der aanvragen om ondersteuning.

Art. 24. Ten einde de kommissie in staat te stellen, arbeid te verschaffen aan de VV. MM., zonder werk zijnde, zullen de reg MM de BB in geopenbaarde Loge uitnoodigen, aan de kommissie op te geven, of zij ook werklieden of daglooners noodig hebben. De komm zal alle vereischte maatregelen nemen, ten einde geene andere, dan trouwe en ijverige werklieden, aan te bevelen.

Pligten der kommissie.

In dit hoofdstuk komt onder anderen voor, dat de komm, behalve de gevorderde buitengewone vergaderingen, hare zittingen zal houden, des zaturdags, te zeven ure des avonds, in eene der zalen van het G O; dat elk lid op zijne beurt, gedurende een dag, in dienst zal zijn, en alsdan het gesticht zal moeten inspekteeren, de spijzen en de behandeling zal moeten onderzoeken, en alle ingebragte klagten aanhooren, van welk bezoek een geteekend dagrapport zal ingeleverd worden bij het G O.

Hij, die driemalen zonder wettige redenen verzuimt, verliest het lidmaatschap Reeds in het eerste jaar van het bestaan waren de inschrijvingen gestegen tot omtrent 12,000 francs, en was niet slechts een aantal BB, voor korteren of langeren tijd, in het gesticht ontvangen, maar was er ook aan VV. MM., of hunne weduwen, ondersteuning uitgereikt in brood, vleesch, hout, steenkolen, kleedingstukken, schoeisel, enz. Er waren ook panden uit de bank van leening gelost en aan de eigenaars teruggegeven; men had de achterstallige huurpenningen voor sommigen betaald, en aan anderen reisgeld gegeven. Deze ondersteuning was verstrekt op vertoon van Maç. bewijsstukken, onverschillig of die van Parijsche, andere Fransche werkplaatsen, of van vreemde Loges kwamen. Om die te ontvangen, werd het genoeg geacht, dat men BD, ongelukkig was en ze verdiende. Uit het eerste verslag der kommissie (18 Junij 1841) bleek, dat de opgenomen BB tweemalen in de 24 uren spijsden (9 ure en 5 ure).

Dat er toen zes bedden ter beschikking der kommD waren; dat eenige onkieschheid bij sommige behoeftige BB het noodig had gemaakt, dat bij hun vertrek uit Parijs een lid der komm hen verzelde, en het reisgeld eerst bij het vertrek der diligence, enz. ter hand stelde, In het eerste jaar 8303 fr. 50 was ontvangen en uitgegeven 3399 fr. 52 Saldo 4903 fr. 98 met deze uitgaven waren 78 BBD in het gesticht ontvangen, en 70 VV. MM., of hunne weduwen, buitengewoon ondersteund, terwijl van 14 October 1840 tot 30 April 1841, brood, vleesch, hout en steenkolen werden uitgedeeld. Aan sommigen werden kleedingstukken en schoeisel verstrekt, om zich behoorlijk te kunnen voorstellen aan hen, bij wie zij werk konden vinden. Verder deelt de kommissie mede, dat zij eenige malen ondersteuning in natura hebbende verstrekt aan de weduwe eens Br., moeder van twee kinderen, vernomen had, dat er eene plaats aan de vischmarkt open was, en dat zij die plaats voor haar had gekocht, waardoor de vrouw thans in staat was, op eene eerlijke wijze, goed haar brood te verdienen, en zij benevens hare kinderen zich thans gelukkig gevoelden. Voor twee BB had men het lijflinnen uit de bank van leening gelost, en voor vijf BB de achterstallige huur betaald, waartegen men van de verschillende huisheeren had verkregen, dat zij niet uit hunne woningen zouden worden gezet. In datzelfde rapport slaat de komm een (aangenomen) middel voor, om de bedelarij uit te roeijen, den werkzame arbeid te verschaffen, en den luijaard dadelijk te onderkennen, en wel om, in de voorzaal der tempels, den naam, het beroep en de woonplaats voor te hangen van hen, die arbeid zoeken, welke tabel later door den RegD MD aan de vergaderde BBD zal worden voorgelezen, met verzoek, die plaatsing te willen bewerkstelligen, of bij hunne bekenden te bevorderen.

In 36 zittingen waren bij de kommissie 151 aanvragen ontvangen. De goede vruchten, door dit gesticht voortgebragt, deden in het volgende jaar, onder meer, de onderstaande giften ontvangen:

Van het G O 1000 frs.

Van den B SPONI 300 frs.

Van zijne Loge les Coeurs sincères 335 frs.

Van Br. BAUDOT, houtkooper, lid derzelfde Loge, het noodige hout, om het gesticht den geheelen winter te verwarmen, terwijl onderscheidene werkplaatsen en enkele Broeders, ieder eene ijzeren krib (naar het model), met al het noodige, hebben gegeven, hetwelk op hunnen naam wordt ingeschreven, terwijl ook dergelijke giften zijn ontvangen van Londen. Reeds het eerste jaar had de instelling van dat gesticht zulk een' gunstigen invloed op de armkas van het G O (waarschijnlijk doordat de ongeregtigde verzoekers afgeschrikt werden door het naauwkeurig onderzoek der komm), dat het G O besloot, zich tot eene jaarlijksche bijdrage te verbinden, en die voor 1843 op 1500 frs. vast te stellen. Tevens beval het ook, dat door de ? van elke receptie in de drie symbolieke graden, bij het geven van den eersten, 6 frs. in de kas des gestichts zou worden gestort, van de aanneming tot Rozenkruis 5 frs., van die van Kadosch 10 frs.; voor de 31e. en 32e. graden te zamen 15 frs., en 10 frs. voor den 33sten graad, 5 frs. voor elke affiliatie en 5 frs. voor elke regularizatie. Elk G Offi zou jaarlijks betalen 5 frs., en elk lid eener Loge 1 franc.

< >