OBSERVANTIA-STRICTA. (De STRENGE REGEL of ORDE), of de Strikte-Observantie der vereenigde Duitsche Loges, is van alle stelsels, die zich van de ware en echte V. M. verwijderen, datgene, hetwelk zich in Duitschland het meeste heeft uitgebreid en het langst heeft staande gehouden. Ofschoon de heeren von MARSCHALL, Baron VAN PRINZEN en de Markies DE LERNAIS, reeds vroeger onderscheidene Fransche hooge graden aan de Broeders van het noordelijk Duitschlandhadden medegedeeld, zoo was nogtans de Baron VON HUND (zie dat Art.) de eigenlijke persoon die het Tempelheeren stelsel, onder den naam van STRIKTE OBSERVANTIE in het geheele noorden grondvestte en verbreidde. Zijne stoutmoedige stelling, dat de V. M. niets anders was dan de werkelijke voortzetting van de Orde der Tempelieren, de blinde gehoorzaamheid, door hem aan zijne aanhangers opgelegd (zie de Art.
JOHNSON en ONDERWERPINGS-AKTE), en de aanmatiging waarmede hij alle andere stelsels in de V. M. verwierp, en deze den naam gaf van Observantia-Lata (zie dat Art.) waren de grondslagen van dit nieuwerwetsche Tempelierschap. Wel is waar, hij was, ten opzigte van hetgeen hij de BB voorspiegelde, vaak blootgesteld aan openbare en geheime tegenwerpingen, en navorschingen van verstandige en dus niet ligtgeloovige medeleden, maar hij wist zich nogtans telkens gelukkig uit de verlegenheid te redden, alhoewel zijne bewijsgronden en middelen niet altijd geschikt waren eene volledige overtuiging te baren. Onder deze behoorde vooral, het in geheel onbekende karakters geschreven diploma, door hetwelk hij zich in Altenberge (zie dat Art.) als provinciaal Grootmeester van Duitschland legitimeerde.Ten gevolge der statuten van de Orde, moest geheel Europa in 9 provinciën (zie dat Art.) worden verdeeld. Men organizeerde nogtans slechts de zevende, welke het noordelijke Duitschland, Polen, Lijf- en Koerland bevatte, en, slechts voor een klein gedeelte de vierde en vijfde, waartoe Lyon en Bourgondië behoorden. De rij der zeven graden van dat systeem, was als volgt:
1. Leerling.
2. Gezel.
3. Meester.
4. Schotsch Meester.
5. De Nieuweling (Novice).
6. De Tempelier, in drie klassen:
a. Eques.
b. Socius.
c. Armiger en
7. Eques professus.
Zie ook de Art. KERKELIJK SYSTEMA, SCHUBART en RIDDERS VAN DE HEILIGE STAD.
Hertog FERDINAND van Brunswijk, een algemeen hooggeschat Vorst en veldheer (geboren 11 Jan. 1721, overleden 3 Julij 1792), die in het stelsel, dat elken Br. een ordesnaam gaf, Eques a victoria heette, oefende er later grooten invloed uit. Hij werd verzocht zich aan het hoofd van het stelsel te plaatsen. Hij deed het, daartoe, even als vele andere verstandige BB. verleid, in de veronderstelling, dat de opgaven van den Baron VON HUND overeenkomstig de werkelijkheid waren, en dat, zoo al de afkomst van de oude Tempelieren niet bewezen kon worden, en niet elk van de gekoesterde plannen uitvoerbaar ware, door een verstandig hoofd, met de aanhangers van dat systeem, menig goed werk kon worden uitgerigt. Zoo vergoêlijkt het ten minste vrijheer VAN KNIGGE, in zijne Beiträge zur neuesten Geschichte des Freimaurer Ordens (Berlijn 1786), bl. 72-74. Dienvolgens nam hij de waardigheid aan, en wat de Strikte Observantie nog goeds heeft gedaan, is aan hem te danken. Dat goede is nogtans luttel.
De vele grooten die, sommigen uit praal- en andere uit heerschzucht, tot het stelsel toetraden, deden het wel naar buiten schitteren, maar deden naar binnen alle Br. gelijkheid en eendragt wanneer men daarmede de slaafsche onderwerping en willenlooze gehoorzaamheid niet verwart geheel verdwijnen. De Prins, op het konvent van Kohlo (1772) tot Gr. M.gekozen, riep (1775) zijne onderhoorige ?? tot een konvent te Brunswijk bijeen, vervolgens een ander te Wolfenbuttel, dat van 5 Julij tot 27 Augustus 1778 duurde. Intusschen had STARCK, uit ergernis, dat hij zijn klerikaal systeem door de leden der Strikte Observantie niet kon doen aannemen, het nieuwe Tempeliers-systema op eene scherpe wijze aan de kaak gesteld, door eene toenmaals (1780) veel gerucht gemaakt hebbende brochure. Men besloot het geheele stelsel, ten minste zoo als het toen bestond, te niet te laten loopen, waartoe (1781) een konvent te Wilhelmsbad werd bijeengeroepen, dat door Br. SWARTS is bijgewoond, als afgevaardigde van het Gr.
O van Holland (vergelijk de Art. NEDERLAND en LEGPENNING No. 1). Op dit konvent werd de Hertog benoemd tot Grootmeester der Martinisten, of weldadige Ridders der heilige stad (zie het Art. KONVENT WILHELMSBAD). De Strikte Observantie ontving hierdoor een gevoeligen slag, zamengesteld, als zij grootendeels was, uit menschen, wier geheel burgerlijk wezen, op deze Tempeliers-Orde berustte, die geen anderen werkkring hadden, of uit dezulken, die aanzien dachten te hebben verkregen, door dat zij met vorsten en grooten tot dezelfde Orde behoorden; een aanzien hetwelk hunne verdiensten hun kwalijk zouden hebben verschaft, en eindelijk uit de zoodanigen, die door de politieke en mystiesche verwachtingen, welke men in de toekomst hoopte bevredigd te zien (want men had de ontdekking van allerlei hermetiesche geheimen, men had kommanderijen en bezittingen beloofd), en welke door de quasie Tempeliers-Orde werden opgewekt, zoodat deze dan plannen voor zich vormden van magt, rijkdom, aanzien en schittering.