MUSSIN PUSCHKIN, (Graaf van) keizerlijk Russiesch gezant te Londen, lid van de hooge graden der Strikte Observantie, onder den naam van Alexander Eques ab Elephante. De leden dier hooge graden hadden zich gevleid met de hoop, de Tempelheeren-Orde eens in haar ouden glans weder hersteld te zien, en zeer velen hadden reeds den tijd te gemoet gezien, waarop zij openlijk konden belijden tot de Tempelieren te behooren, en met het schoone roode kruis en de geheele rusting der oude ridderschap voor den dag zouden komen. Inderdaad zou men het voornemen hebben gehad, de Vrijmetselarij in dat stelsel eens te doen eindigen, en, had men eens de noodige gelden bijeengebragt, met de Ridderschap der Tempelieren-Orde openlijk voor den dag te komen. Om dit plan nog vroeger, en niet eerst door het langdurige middel der Tontine (zie het Art. SCHUBART) te bewerkstelligen, waren eenigen reeds van meening geweest, eene kolonie van Tempelridders naar Saratowte voeren, waarheen toen uit Duitschland vele kolonisten trokken, en van de Russiesche Keizerin (KATHARINA II) bescherming en openlijke erkenning te verzoeken.
Dit voornemen had niet slechts de goedkeuring verkregen van Baron VAN HUND, maar zou ook de Graaf MUSSIN PUSCHKIN, vermoedelijk de hier behandelde persoon, dien men in de Orde had ingewijd, tot dit denkbeeld toegetreden zijn, en de Orde verzekerd hebben, haar alle mogelijke voordeelen te verschaffen. Dit berigt wordt bevestigd door Br.: GOUÉ, in zijne aanmerkingen over den Anti St Nicaise, waar hij zegt: ‘van de kolonie te Saratowheb ook ik iets gehoord. Een Broeder, die naauw met mij verbonden was, berigtte mij eens, dat reeds eenige Ridders waren afgereisd, om, op kosten der Orde, als vrijwilligers, bij de Russiesche vloot te dienen.’ (Zie verder het Art. ORDES KONSTITUTIE.)