Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Lacorne

betekenis & definitie

LACORNE, dansmeester te Parijs, werd in 1761 tot gedeputeerd Grootmeester benoemd, door den Graaf VAN CLERMONT (zie dat Art.), die Grootmeester der Groote Loge van Frankrijk was, en in wiens genegenheid hij zich had weten te dringen, door zijne diensten, bij gelegenheid van zekere geheime bijeenkomsten, tot de inwijding van vrouwen strekkende. De oude leden der Groote Loge, weigerden hem in die hoedanigheid te erkennen, of onder zijn voorzitterschap bijeen te komen, ten gevolge waarvan LACORNE eene nieuwe Groote Loge vormde, Groot-Officieren van zijn slag benoemde, en op dezelfde wijze als de oude Groote Loge, het oppergebied over de Fransche Broederschap uitoefende, konstitutiën verleende, enz. Nadat de beide Groote Loges, gedurende een jaar in de grootste vijandschap nevens elkander hadden bestaan, benoemde eindelijk de Graaf VAN CLERMONT, den Broeder CHAILLON DE JOINVILLE, in diens plaats, tot zijn gedeputeerd Grootmeester (Zie ook het Art. ORLEANS).

< >