Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Johannes de Dooper

betekenis & definitie

JOHANNES DE DOOPER. Deze, hoogstwaarschijnlijk in de school der Esseën opgevoed, was van oudsher de beschermheilige der Bouwlieden in Engeland, waartegen de H. ANDREAS (zie dit Art.) daartoe in 1736 door de Schotsche Bouwlieden bestemd werd. Vandaar vieren ook, uitgenomen in Schotland, alle Loges op den 24sten Junij het feest van St JOHANNES, schoon eenige ook den 27sten December in aandenken houden, ter gedachtenis van JOHANNES den Evangelist, die reeds door oude VA MA vereenigingen, vooral wegens het eerste Hoofdstuk van zijn Evangelie, vereerd is geworden. JOHANNES de Dooper kon reeds door de rondreizende Bouwlieden tot Patroon gekozen worden, dewijl hij als zij rondreisde, als zij een hard, arbeidzaam, moeijelijk, maar vroom en zegenrijk leven leidde. Op den gestrengen, ernstigen, geheimzinnigen JOHANNES volgde de milde, liefdevolle, openhartige JEZUS.

Hierop zijn ook de volgende vragen en antwoorden van een zeker Rituaal gegrond.

Vr. Aan wien wijden wij in het algemeen onze Loge?

Antw. Aan Koning SALOMO.

Vr. Waarom aan Koning SALOMO?

Antw. Dewijl hij de eerste Grootmeester was, die de Vrijmetselarij in behoorlijken vorm bragt, en onder zijne koninklijke bescherming vele onzer geheimen openlijk gehuldigd werden.

Vr. Daar Koning SALOMO een Hebreër was, die lang voor de Christelijke tijdrekening leefde, aan wien wijden wij dan tegenwoordig onze Loges?

Antw. Aan den Heiligen JOHANNES den Dooper.

Vr. Heeft hij ook iemand, die hem gelijk is?

Antw. JOHANNES de Evangelist.

Vr. Waarin was deze hem gelijk?

Antw. Hij, die na den eersten kwam, volmaakte door zijne geleerdheid, wat de eerste door zijnen ijver begonnen had, en trok eene evenwijdige of parallelle lijn. Aangezien de Loge eene parallelogram regthoekige vierhoek is, zoo wordt zij ook door tegenover elkander staande evenwijdige lijnen bepaald.

Wij vinden, dat de Loges aan SALOMO gewijd waren, van de bouwing des Tempels te Jeruzalem af tot aan de Babylonische ballingschap. Later waren zij aan ZERUBBABEL, en vervolgens tot aan de verwoesting van stad en Tempel, door TITUS VESPASIANUS, aan JOHANNES den Dooper gewijd. Naderhand, ten gevolge van de moordadigheden en wanorde, waarmede deze merkwaardige gebeurtenis vergezeld ging, geraakte de Vrijmetselarij in verval. Vele Loges werden ontbonden, en weinige konden zich een toereikend aantal medeleden verschaffen, om eene wettige Loge uit te maken. Bij eene algemeene vergadering, in de stad Benjamin, maakte men de opmerking, dat de hoofdoorzaak van het zinken der Vrijmetselarij grootendeels in het gebrek aan eenen Grootmeester gelegen was. Zij kozen daartoe zeven der voornaamste medeleden uit, en zonden deze naar den Evangelist JOHANNES, die toen Bisschop van Ephese was, met verzoek, de betrekking van Grootmeester op zich te nemen.

Hij gaf tot antwoord, dat hij, hoewel zeer bejaard zijnde (want hij was toen 90 jaren oud), deze betrekking wilde vervullen, dewijl hij vroeger in de Orde der Vrijmetselarij was ingewijd geweest. Van dien tijd af zijn de Vrijmetselaars-Loges zoowel aan JOHANNES den Dooper, als aan den Evangelist gewijd geweest, en vandaar kan men ook zeer gevoegelijk verklaren, waarom het nieuw-Engelsche systema JOHANNES den Evangelist voor zijnen Patroon aanmerkte. Ook wordt in sommige Loges een toast gedronken bij de Tafel-Loges, ter eere van het liefdevol en dankbaar aandenken aan de beide JOHANNESSEN. De beide groote in de Vrijmetselarij gewigtige personen. Tot zooverre de woorden van den Engelschen schrijver BROWNE.

Er zijn schrijvers, die gelooven, dat noch JOHANNES de Dooper, noch JOHANNES de Evangelist, de beschermheilige der Vrijmetselaren is; maar meenen, dat men met de wijsgeerigste en meest verlichtste Broeders moet denken aan JOHANNES den Aalmoezenier, zoon van den Koning van Cyprus, die ten tijde der kruistogten zijn vaderland verliet, naar Jeruzalem ging, om aldaar hulp te verschaffen aan de pelgrims en Ridders. JOHANNES stichtte daar een hospitaal, en onderrigtte de Broeders, om voor de zieken te zorgen, de gewonde Christenen te genezen, en geldelijke hulp te verleenen aan de reizigers, die het Heilige Graf gingen bezoeken. JOHANNES, door zijne deugden waardig, om de Patroon van een genootschap te zijn, waarvan weldadigheid het hoofddoel is, stelde duizendemalen zijn leven bloot, om wel te doen. De pest, de oorlog, de woede der ongeloovigen, niets konde hem terughouden. De dood trof hem, te midden zijner werkzaamheden, maar zijn voorbeeld bleef bij zijne Broederen bewaard, die het zich tot eenen pligt maakten, hem na te volgen. Rome plaatste hem onder het getal der heiligen, onder den naam van JOHANNES deAalmoezenier, of JOHANNES van Jeruzalem, en de Vrijmetselaren, wier omvergeworpene Tempels hij weder had opgerigt, verkozen hem in het algemeen tot hunnen beschermer. Deze JOHANNES de Aalmoezenier is bij de Engelsche en Duitsche Vrijmetselaren niet als Beschermheilige bekend.

< >