Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Illuminaten

betekenis & definitie

ILLUMINATEN. (ILLUMINÉS, de verlichten) In de eerste Christenkerk werden alle Christenen na den doop Illuminati, dat is: door de goddelijke genade verlicht, genoemd. Maar het woord Illuminé is ook synoniem aan geestdrijver, enz. en in dien zin moet men het genootschap beschouwen, dat zich door geheel Duitschland verspreidde, en niet alleen de strekking had, om over de vorsten te regeren, maar ook, om hen van den troon te stooten.

De eerste Illuminés verschenen in 1575 te Sevilla, onder den naam van Alombrados. In hunne geestverrukking, die zij onder elkander Baptos heetten, meenden zij God te zien in al zijne heerlijkheid, en dachten, dat men in dit leven reeds door de zuiverheid der ziel met Hem vereenigd konde zijn. Na hen was er in Frankrijk (1634) eene secte, Guérinets geheeten, naar PIERRE GUÉRIN, Priester van St Georges de Roye, een hunner voornaamste Apostels.

De beide eerste secten zijn het model van alle dergelijke, welke later in Europa bestaan hebben.

De derde, van de jaren 1750-1788, in België bestaan hebbende, had ook eene politiek-mystieke bedoeling. (Zie KRUISBROEDERS.)

De vierde secte was eindelijk de door WEISHAUPT, in het jaar 1776 in Beijeren opgerigte Illuminaten-Orde.

Als voorgangers der Illuminés noemt men de jufvrouw LA MOTTE GUYON en haren vader LACOMBE, JAN SENIUS, ANTOINETTE BOURIGNON, CATHARINA DE BOER, MARTINEZ PASCHALIS, MARTIN, SWEDENBORG, de profetesse LABROASSE, den Abt PONTARD, enz.

JEAN WEISHAUPT, was Professor in de regten aan de Hoogeschool van Ingolstadt Zijn systema was op Jezuitische gronden gebouwd, en zijne leerstellingen hadden, als gezegd, de omverwerping der troonen en herstelling van algemeene gelijkheid ten doel. Ofschoon velen meenen, eenige gelijkvormigheid in zijn systema met de vroegere Illuminaten te ontwaren, is dit echter van allen schijn ontbloot. Dit bewijst het werk, dat hij zelf over dat systema heeft geschreven, en waarin hij zijne gronden bloot legt. In de maand Mei van genoemd jaar (1776) hield hij te Ingolstadt, de eerste bijeenkomst van Illuminaten, van welke nog nimmer in Duitschlandgesproken was. Hunne graden worden op de volgende wijze verdeeld:

1e. Klasse. Kweekschool.
1. Na eene voorbereidingsoefening, het Novitaat.
2. De Minervaalgraad.
3. Illuminatus minor, waarop de inwijding als Magistratus volgde.
2e. Klasse. Symbolische Vrijmetselarij, welke in hare verschillende deelen, zonder eigenlijke aanneming, den bevorderde werd medegedeeld, waarop hij tot de Schotsche overging.
4. Illuminatus major, of Schotsche Novice.

Illuminatus dirigens, of Schotsche Ridder. Deze graad moest de ingang tot de zoogenaamde hoogere Vrijmetselarij, of de mysteriën zijn.

5e. Klasse.
A. Kleine Mysteriën.
6. Priester, of Epopt. (Zie EPOPT.)
7. Princeps, of de Regentengraad.
B. Groote Mysteriën.
8. Philosophische Magus.
9. Rex, welke beide laatste graden niet geheel bearbeid zijn. De vergadering zelve heet Areopagus.

Deze Orde bestond in den beginne zonder eenige verbinding met de VA MA. Noch WEISHAUPT, noch de eerste medeleden zijner Orde, waren Vrijmetselaren. In eenen brief van WEISHAUPT van December 1778, geeft hij zijn voornemen aan CATO (ZWACK), die medelid eener Loge geworden was, te kennen, dat ook hij dit wenschte te doen. Inderdaad liet hij zich in de Orde der Vrijmetselaren inwijden, om zoo doende eenige personen tot zijn systema over te halen, hetgeen ook gebeurde, zoodat hij spoedig eene menigte menschen bijeen had, die hij het Heilige Legioen noemde. Weinig tijds daarna liet hij zich in de hoogere Maçonnieke graden inwijden, eeniglijk, om dezen te kennen en dezelve in zijne geheime leer in te lasschen. WEISHAUPT wilde de kennis aan de hoogere graden der Vrijmetselarij voor zijne Orde bewaren, doch wilde tevens, dat alle Areopagiten (dit was de naam der Ordebroeders) zich in de drie eerste graden der VA MA lieten inwijden.

Er werden dan te Athene (München) en te Erzerum (Eichstädt) behoorlijke Loges opgerigt, die naar ZWACK'S plannen de kweekscholen der Orde moesten zijn, zoo als dan ook WEISHAUPT en zijne agenten vele Vrijmetselaren in hunne Orde hebben medegesleept. Vele Loges echter, die zij tot hunne belangen zochten over te halen, besloten, liever hunne werkzaamheden te willen eindigen, dan zijn voorbeeld te volgen. Welke pogingen WEISHAUPT en zijne aanhangers ook in het werk stelden, al noemde hij zijne Orde ook de verhevene Orde der Vrijmetselarij, nimmer gelukte het hem, het meerendeel der Vrijmetselaars in zijne belangen over te halen, of hen tot zijne aanhangers te maken. Der Illuminaten doel werd voornamelijk, niet slechts om proselieten te vormen, maar ook om de Vrijmetselarij in het hatelijkst daglicht te plaatsen, door zich zelve in haar gewaad te kleeden. Reeds in het jaar 1780 werd DIOMEDES (de Markies COSTANZO VON COSTANZA) afgezonden, om ook in de Protestantsche-Duitsche Loges, Illuminatengezelschappen op te rigten. Te Frankfort leerde hij den Vrijheer VON KNIGGE kennen en won dezen voor het verbond.

KNIGGE werd daarop een ijverig voorstander en arbeider der vereeniging, doordien WEISHAUPT hem zijn vertrouwen had geschonken, en hem verzekerde, dat het genootschap reeds oud was, zonder te bedenken, dat het zijne bemoeijing nog noodig had, om van Constitutie en Ritualen voorzien te worden. KNIGGE door WEISHAUPT'S brieven aangemoedigd, nam in de voornaamste steden van Duitschland vele voorname geleerde en regtschapene mannen tot Minervalen aan, en deelde hun hetzelfde regt der aanneming mede. Binnen korten tijd zoude hij vele honderden menschen onderwijzen, bevorderen en hunne groote verwachtingen bevredigen. Toen echter begon de groote aandrang eenigzins te verminderen; want de veelvuldige bedreigingen, toen reeds door regtschapene mannen in de Duitsche Loges ondervonden, maakten velen wantrouwend. KNIGGE vorderde daarbij van WEISHAUPT de plannen van het gansche systema, maar bekwam tot antwoord, dat hij de regeling der Orde wel in zijn geheugen maar nog niet op het papier had; dat echter de kweekschool in sommige Katholijke Provinciën in werking was, en dat hij de heerlijkste bouwstoffen voor de hoogere graden verzameld had; dat hij hem als den eenigen medearbeider gebruiken kon, wien hij al zijne papieren zoude mededeelen; met wien hij alles zoude bewerken, en alles naar diens goedvinden zou inrigten, en daarom begeerde hij (WEISHAUPT), dat KNIGGE naar Beijeren kwam.

Bij deze zamenkomst van KNIGGE en de hoofden der Orde in Beijeren, werd besloten, dat KNIGGE al de bouwstoffen voor de hoogere graden zoude bearbeiden. Daarbij zoude elk Areopagiet zijne aanmerkingen maken; dan moesten, naar WEISHAUPT'S oordeel, alle graden zuiver afgeschreven, aangenomen en in alle omstreken ingevoerd, en zoude tot op een volgend Areopagieten-Convent niets daarin veranderd mogen worden.

Op het daaropvolgende Convent te Willemsbad had KNIGGE volmagt, om al die BB.: in de Orde in te wijden, te onderrigten, en met de zaken bekend te maken, op welker toetreding hij kans zag. Spoedig kwamen al de Gedeputeerden van genoemd Convent bij KNIGGE, en verlangden van hem de aanneming in de Illuminaten-Orde.

Gedurende het Convent zelve nam KNIGGE echter niemand aan, maar liet hen eene acte onderteekenen, waardoor zij zich tot stilzwijgen verbonden. Onder anderen won hij hierdoor ook BODE, die, als afgevaardigde van den Hertog ERNST van Saksen-Gotha, het Convent bijwoonde, en die den bijzonderen last had, om de dwalingen in de Vrijmetselarij ontstaan, tegen te gaan, en haar zuiver zedelijk doel weder te herstellen. Na het einde van het Convent werd hij tot Illuminatus minor aangenomen, en nadat KNIGGE hem had overtuigd, dat het geen Jezuitismus was, dat zich achter deze Illuminaten-Orde verborg, en dat reeds vele achtbare mannen daaraan deel hadden genomen, deelde hij KNIGGE zijne plannen, inzigten en geschiedenis der Vrijmetselarij en van de Rozenkruizers mede. Hierop liet BODE zich tot Illuminatus major en tot Illuminatus dirigens aannemen, en beloofde trouw en ijverig voor de Orde te zullen werken, dezelve de overhand in de Vrijmetselarij te doen verwerven, en zijne kennis in de VA MA ten nutte van anderen uit te breiden en mede te deelen. BODE zoude zijne belofte wel vervuld hebben, indien de Orde niet vroeger ten onder had moeten gaan. Tot dezen ondergang werkten vooral de Boekhandelaar STROBL, de Kanonnik DANZER en de Hoogleeraar WESTENRIEDER mede, welke in 1783 hunne stemmen luide tegen de VVA MMA en de Illuminaten verhieven.

In den jare 1784 werden door een Keurvorstelijk bevel alle geheime verbroederingen dadelijk verboden. De VVA MMA en Illuminaten gehoorzaamden, sloten hunne Loges en hielden geene vergaderingen meer. Wel wendden zij zich tot den Keurvorst, met verzoek, om alles bij hen te onderzoeken, doch dit baatte niets; een tweede verbod werd door den Pater FRANK en KREITMAYR uitgelokt tegen alle geheime verbroederingen. De Illuminaten waren de eenigen, die volstrekt gehoorzaam waren en bleven. Intusschen werden toch de regtschapenste hunner medeleden gestraft. WEiSHAUPT werd in 1785, van zijn ambt als Hoogleeraar ontzet, tot eene openlijke bekentenis veroordeeld, uit Ingolstadt gebannen en tot alle verdediging onbevoegd verklaard.

In het volgende jaar liet de Keurvorst de papieren der Illuminaten in beslag nemen; men vond daaronder, tegen sommige leden, bewijzen van kuiperij, misleiding en bedrog, alsmede van gevoelens en daden, strijdig met hunnen voorgewenden ijver voor de deugd. Deze feiten, welke den leden op zich zelven aangingen, werden beschouwd als van toepassing te zijn op de Orde in het algemeen. Er had eene geheime instructie plaats, ten gevolge van welke WEISHAUPT ter dood werd veroordeeld; doch deze kreeg tijdig van dit vonnis kennis en nam de vlugt. Er werd eenen prijs uitgeloofd aan dengene, die hem zou verraden. Hij vond eene wijkplaats te Regensbug, waarop de Keurvorst zijne uitlevering vorderde, en daar de regering deze niet durfde weigeren, en toch niet besluiten kon, dezelve te bewilligen, maakte men hem de middelen, om weg te komen, gemakkelijk. Hij begaf zich naar het hof van ERNST, Hertog van Saksen-Gotha, die hem tot zijnen bijzonderen Raadsheer benoemde.

Nu eischte WEISHAUPT, zich dus in veiligheid ziende, dat er tegen hem, als stichter van de Orde der Illuminaten, eene regelmatige beschuldiging opgemaakt, en aan het onderzoek der regtbanken onderworpen werd; doch deze billijke eisch bleef altijd onbeantwoord. WEISHAUPT is den 18den November 1830, in den ouderdom van 83 jaren, te Gotha overleden.

Kort na de vervolging van WEISHAUPT begon ook die tegen ZWACK, HERTEL, COSTANZO en SAVIOLI, van welke deze verbannen, gene afgezet werden, terwijl anderen bescherming vonden in of door hunnen rang, hunne geboorte, eereposten en familiebetrekkingen, of ook door de persoonlijke gunst van den Keurvorst, of van Pater FRANK. Men verbreidde overal, dat de Illuminaten zich met staatsaangelegenheden bemoeiden, dat zij de papieren van den Regeringsraad ZWACK, bij zijne afwezigheid, hadden mede genomen, en die onder den titel van: Oorspronkelijke geschriften der Illuminaten-Orde, hadden doen drukken. ZWACK redde zich door de vlugt.

De opheffing der Illuminaten-Orde was in zich zelve, volgens de bestaande staatswetten en wegens werkelijke misbruiken en wederregtelijke aanmatigingen, volkomen regtvaardig. Dit verbond was een wezenlijke staat in den Staat; het bemagtigde zich van de gehoorzaamheid van de leden des Staats, wilde alle staatsbeambten met hare medeleden vereenigen, en openbare gelden voor haar doel beschikbaar maken, en had voor Beijeren dit doel reeds werkelijk ten deele bereikt.

In 1788 hebben deze Illuminaten Frankrijk moeten verlaten; tegen dezelve, zoowel als tegen de Vrijmetselarij, worden in Beijeren nog heden de verbodsbevelen stipt gehandhaafd; van tijd tot tijd zijn de Illuminaten te niet gegaan en versmolten. Zie BEIJEREN.

< >