Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Decazes

betekenis & definitie

DECAZES, (De Hertog) Elie DECAZES, Hertog van Glucksbierg, in Denemarken, werd geboren te St. Martin de Laye, bij Libourne, departement de la Gironde, op den 28sten September 1780, uit een oud geslacht, waarvan een lid adelsbrieven had bekomen van HENDRIK IV Deze huwde in 1805 de tweede dochter van den Graaf MURAIRE, eerste Voorzitter van het Hof van cassatie, Luitenant Souverein Groot-Kommandeur van het Schotsche systema, 35e. graad.

DECAZES werd Regter in de Regtbank van eersten aanleg en in 1810 Raadsheer in het Keizerlijk Hof. Ten gevolge van deze regterlijke posten, kwam hij ook later in staatkundige betrekkingen. De Prins LODEWIJK, Koning van Holland, had hem eenige jaren te voren benoemd tot Kabinetsraad, President van zijnen Raad, bijzonder te Parijs.

Bij NAPOLEONS terugkomst van het eiland Elba behoorde hij onder het klein getal dergenen, die meende, niet ontslagen te zijn van den eed, aan LODEWIJK XVIII afgelegd.

Bij de tweede herstelling werd hij benoemd tot Prefect van Policie, en betoonde in dezen post eene groote naauwgezetheid en een geest van regtvaardigheid, die hem de achting van het algemeen deden verwerven. Eene lijst van bannelingen, bevattende 68 namen, en geteekend door den Hertog van Otrante, werd door hem tot 38 gebragt. Onder de personen, die door DECAZES werden doorgehaald, behooren MONTALIVET, de vader, en BENJAMIN CONSTANT.

Tot Gedeputeerde verkozen, trad hij als Minister van Policie in het Kabinet, bestuurd door den Hertog DE RICHELIEU.

Door den heer DE SESMAISONS beschuldigd zijnde, van met DE MARBOIS, zegelbewaarder, in de vlugt van DE LA VALETTE behulpzaam te zijn geweest, had hij zijn behoud alleen te danken aan zijne tegenwoordigheid van geest en aan de gevatheid des Konings, die de kommissie van de kamer, welke rapporteerde, dat de beide Ministers de achting van het volk verloren hadden, antwoordde: ‘Welnu, ik zal het gaan onderzoeken!’ Gedurende zijn bestuur begunstigde hij bijzonder den handel, de landbouw en nijverheid.

DECAZES, die ziekelijk en zwak was geworden, door de menigvuldige onaangenaamheden, welke hij gedurende zijn bestuur had ondervonden, werd opgevolgd door den Hertog DE RICHELIEU, terwijl DECAZES, Minister van Staat, Hertog en Ambassadeur van Engeland werd, welke betrekking hij in 1822 nederlegde. De Hertog DECAZES was in 1818 gehuwd met de dochter van den Graaf ST. AULAIRE; de Hertogin DECAZES was door hare moeder, de kleindochter van den laatst regerenden Prins van Nassau-SaarBrck, en achternicht van de Hertogin van Brunswijk-Bevern, aan welke de Koning van Denemarken, voor het huwelijk van hare nicht, het Hertogdom Glucksbierg, in Holstein schonk, waarvan de titel, op den oudsten zoon uit dit huwelijk voortgesproten, den Broeder LOUIS DECAZES VAN GLUCKSBIERG kwam. De jonge Hertog was behalve dat, Gedeputeerde van den Souverein Commandeur Grootmeester van den Suprème Conseil van Frankrijk, en daarna Souverein Grootmeester van Denemarken.

Tot het jaar 1830 bekleedde hij de betrekking van Minister, doch bedankte toen, en in 1834 werd hem de betrekking van Groot-Referendaris opgedragen.

Aangaande zijne betrekkingen als V M weten wij, dat DECAZES in 1808 lid van de Loge Anacreon was; dat hij den 18den Augustus 1818 benoemd werd tot President van eenen Areopogus der Ridders Kadosch (30e. graad); dat hij den 15den September daaraanvolgende door den Suprême Conseil van Amerika, werd benoemd tot Souverein Groot-Kommandeur van het oud en aangenomen Schotsch systema, tevens belast met het inwendig bestuur daarvan over Frankrijk. In deze betrekking bepleitte hij de zaak der V M voor LODEWIJK XVIII, en hield haar tegen alle vooroordeelen en dwalingen staande. Wij weten nog, dat den 17den September van hetzelfde jaar de Souverein Groot-Kommandeur, de Hertog DECAZES, en de Suprème Conseil de G L oprigtte der Propagateurs de la tolérance (Bevorderaars van verdraagzaamheid), voorgezeten door den Generaal Graaf DE FERNIG. Den 2den December deszelfden jaars overhandigde hij, uit naam van den Suprème Conseil, den Koning eene medaille, geslagen ter gedachtenis der ontruiming van den Franschen grond door de vreemde troepen, die op de eene zijde het beeld des Konings draagt, met het opschrift: Aan LODEWIJK XVIII, Koning van Frankrijk, door de dankbare Schotsche V M, en die aan de keerzijde dit opschrift droeg: Graaf DECAZES, zeer magtige uitverkoren Souverein Groot titulair Conservateur. Tempel ingewijd; Groote Loge geïnstalleerd. Aftogt der Vreemdelingen, October 1818.

De Vorst nam dezelve gretig aan, en beloofde deze medaille in gedachtenis te zullen houden, er bijvoegende, dat hij dezelve altijd bij zich zoude dragen, doordien zij hem zulke gelukkige en verblijdende voorvallen herinnerde. Hoezeer de VV MM ook in verscheidene moeijelijke omstandigheden bedreigd werden, heeft de Hertog DECAZES nooit gevreesd, hen voor te staan en te beschermen, tot in 1821, toen de VV MM in twee Maçonn. senaten werden verdeeld. De Hertog DECAZES schaarde zich onder den schepter der Groot-Kommandeurs, de Graven DE VALENCE en SÉGUR. Maar na den dood van den Hertog DE CHOISEUL kwamen de leden van den Suprème Conseil hem smeeken, diens betrekking op zich te nemen, welke hij den 24sten Junij 1858 aanvaardde, en optrad als Groot-Kommandeur, Grootmeester. Onder zijn bestuur is de Suprème Conseil tot aan de verste punten des aardbols verspreid. De Hertog LOUIS DE GLUCKSBIERG, zoon van den Hertog DECAZES, mede VD M □ , door den Koning der Franschen aan dien van Denemarken gezonden zijnde, heeft hij vriendschappelijke betrekkingen aangeknoopt met de Deensche V M, waarin deze Vorst zelve voorzit.

< >