CABBALISTISCHE GRADEN. Nadat ten jare 1743 te Lyon de graad van Kadosch was zamengesteld, die, zoo het heette, tegen alle dwingelandij was gerigt, en waaruit de verschillende Ponjaardgraden gesproten zijn, sloegen al die leerstellingen, welke het daglicht vreesden, haar gestoelte in de Loges op, en men leerde daar de Cabbala, de geestenbezwering, de waarzegkunde, het goud-maken, de theosophie en honderd andere niet minder ter kwader faam staande wetenschappen. Schaamtelooze kwakzalvers trokken hun voordeel uit de nieuwsgierigheid en ligtgeloovigheid der Metzelaars; het zoo eenvoudige en tevens zoo verhevene karakter der Vrijmetselarij werd bedorven; haar zoo grootsch en edel doel geraakte in vergetelheid; de gelijkheid en broederschap, die haren grondslag uitmaken, de eendragt, toegenegenheid en zelfverloochening, die er van zelf uit voortvloeijen, werden met voeten getreden, en het Maçonniek genootschap vertoonde niets anders, dan een zamenvoegsel van bedriegers en bedrogenen, van guiten en zwakhoofden, onder welke enkele regtschapene en eerlijke lieden vermengd waren, die vruchtelooze pogingen deden, om den voortgang van het kwaad te stuiten.
Die menigte van graden, welker ritualen men zonder walging niet kan lezen, werden op onderscheidene wijzen tot stelsels bijeengevoegd, en nu ontstonden de reeksen van inwijdingen, in graden afgedeeld, waaraan men den naam van ritus geeft. Deze waren gebragt onder verschillende afdeelingen van graden, en elke afdeeling werd bestuurd door een afzonderlijk ligchaam, onder den naam van Kapittel, Collegie, Raad of Consistorie.
Het eerste middelpunt van beheer der hoogere graden werd gevestigd te Arras, in 1747, door KAREL EDUARD STUART zelven, die aan de Advokaten LAGNEAU, ROBESPIERRE en andere broeders de instellingsbul van een Jacobitisch Schotsch kapittel gaf, uit dankbaarheid voor de weldaden, die hij van hen had ontvangen. Het tweede Kapittel werd in 1751, door een' Schotschen reiziger te Marseille, opgerigt.