Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Architect (De groote)

betekenis & definitie

ARCHITECT, (De groote) de 6de graad der Martinisten, de 8ste der Élus Coëns;; de 12de van den Raad der Keizers van het Oosten, Westen en van het uit Amerika naar Frankrijk gevoerde oud-Engelsche systema; de 23 ste van het Mitzraïmitisch systema, en de 10de van de Élus de la verité (uitverkorenen der waarheid.).

< >