MARTINISTEN. (De) Eene nieuwe sekte, wier leer geheel strijdig was met alles, wat ons de gezonde natuur- en scheikunde, en met alles, wat ons de natuurlijke geschiedenis zegt. De Martinisten, hebben de verschijningen aangenomen van den Zweed, SWEDENBORG geheeten, die, als hij zeide, engelen gezien had, en tot hen sprak, die ons op ernstigen toon en bedaard hun verblijf, hunne schriften en hunne gewoonten beschreven heeft, die eindelijk, naar zijn zeggen, met zijne eigene oogen, de wonderen des hemels en der hel heeft gezien! Deze Orde ontleent haren naam van haar opperhoofd ST. MARTIN.
De grondslag van het systema is, dat de mensch een vernederd wezen is, gestraft met een stoffelijk ligchaam, voor inwendige fouten vatbaar, maar dat de goddelijke straal, daarin besloten, nog in eenen staat van grootheid, van kracht en licht kan veranderen. Eene onzigtbare wereld, eene wereld van geesten omringt ons, zachter inzigten van verschillende hoedanigheid, leven bij den mensch, zijn de getrouwe medgezellen zijner daden, de getuigen zijner gedachten.
De mensch zou met hen kunnen verkeeren, en door dezen omgang, de sfeer zijner kennis uitbreiden, indien zijne slechtheid en zijne ondeugden, hem dit belangrijk geheim niet hadden doen verliezen. De voorwerpen die wij zien, zijn zoo vele hersenschimmige en bedriegelijke beelden; hetgeen wij niet zien, is wezenlijkheid. De natuurkundige ondervindingen, zijn dwalingen; alles behoort tot het gebied der intellectueele wereld; wat daar buiten bestaat is geene waarheid; onze zinnen zijn eeuwige bronnen van bedrog en dwaasheid. De mensch heeft het verblijf der heerlijkheid verloren, en hij zal het niet weder bekomen, dan wanneer hij het vruchtbare middelpunt zal weten te kennen, waar de onveranderlijke waarheid ligt. Om deze hooge waarheden te bereiken, moet men beter doen dan zich tot menschen wenden;zich met geesten onderhouden. Al de wetenschappen, die de akademiën bezig houden, zijn ijdel, en door zich te verre van het beginsel te verwijderen, hebben de waarnemers in de menschelijke ontdekkingen dwalingen begaan.
De minste bewoner der denkbeeldige wereld, weet meer dan BACON of BOERHAVE, en dan al de voorgewende geniën waarop de aarde boogt, enz. In het kort, de Martinisten hebben een hoop bovennatuurlijke denkbeelden aangenomen, zoodat zij in strijd zijn met de wijsgeeren, die het materialisme zijn toegedaan. Bij hunne dweeperij zijn zij uitermate godsdienstig, en zoeken, naar zij zeggen, den mensch te verheffen.