Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Drop

betekenis & definitie

Drop - (Snoepgoed). Een genotmiddel, dat meestal in den vorm van goedkoop snoepgoed door kinderen gebruikt wordt. Drop is ook een der voornaamste bestanddeelen van vele hoestdrankjes. Eveneens wordt het in combinatie met zoethoutpoeder als middel gebruikt om geneesmiddelen in den vorm van pillen af te leveren. Hier wordt het speciaal besproken als bestanddeel van snoepgoed.

Drop is het ingedampte sap uit zoethout, het wordt veel bereid in Rusland, Spanje, Italië en Frankrijk. De oorspronkelijke drop komt in laurierbladeren gewikkeld, als dikke korte staven in den handel. Dit zijn de bekende Cassano-dropstangen, die aan het uiteinde met een fabrieksstempel gemerkt zijn. Vroeger kwam dit product veelal uit Napels, thans uit Palermo (Siciliaansche drop). In water moet drop oplossen tot een drabbige vloeistof, die slechts weinig bezinksel mag geven.

Deze grondstof dient voor het maken van dropwerk en wordt in tallooze vormen, als goedkoop snoepgoed aangetroffen (banden, linten, veters, kluitjes, schuitjes, figuurtjes, de bekende katjesdrop enz.). Dergelijk snoepgoed wordt uit de stangendrop gemaakt door deze massa te vermengen met roggebloem, gelatine, agar-agar, gom, zwarte stroop, suiker, glucose, massé of vluchtige oliën, o.a. veel met anijsolie, de zoogenaamde en bij de jeugd zeer geliefde „anijsdrop". Een dergelijk product is de „duimdrop”, die haar naam ontleent aan de omstandigheid, dat deze drop als een klompje op den duim geplakt wordt om langzaam afgezogen te worden. Duimdrop bestaat meestal uit een mengsel van drop, roggebloem, zwarte stroop, anijsolie en veelal wat cacaopoeder. Het onderzoek van dit goedkoop snoepgoed beperkt zich tot het constateeren van afwezigheid van bestanddeelen die schadelijk voor de gezondheid Zouden kunnen zijn. Microscopisch wordt dus eenvoudig gecontroleerd of vreemde bestanddeelen aanwezig zijn.

Verder mag als eisch gesteld worden, dat ook werkelijk voldoende drop in de massa verwerkt is. Dit wordt geconstateerd door na te gaan of de drop in een bepaald volume water opgelost, nog duidelijk een dropsmaak aan den drank geeft.

Het ouderwetsche snoepgoed verdwijnt echter meer en meer. De goedkoope versnapering, die nog gefabriceerd wordt treft men zelden vervalscht aan. De grondstoffen (glucose, massé, banketbakkersstroop cacao, drop, enz.) zijn zoo goedkoop, dat ze niet voor verwisseling in aanmerking komen. Ook het „goedkoope” snoepgoed is van goede kwaliteit. Het verschil met duurder snoepgoed is gelegen in de omstandigheid, dat de dure kristalsuiker vervangen is door de goedkoope glucose of banketbakkerssuiker. Vaak is ten gerieve van de jeugd een overdreven kleur op de suikermassa aangebracht. Oppervlaklug zou men kunnen denken, dat dergelijke coloristische wonderwerken door het bevatten en afgeven van kleuren „gevaarlijk” zijn. Dit is geenszins het geval, steeds worden tot verhooging van de „aantrekkelijkheid, aniline-kleurstoffen gebruikt, die een fabelachtig sterk kleurend vermogen hebben.

Ondanks de felheid van tint, is dus slechts een spoor kleurstof gebruikt, die alleen in groote hoeveelheid misschien schadelijk zou kunnen zijn. Kleurstof noch de samenstelling, zullen dan ook een gevaar voor de volksgezondheid opleveren. Het feit dat dergelijke snoeperijen dikwijls dagenlang uitgestald liggen en door iederen kleuter beroken en betast worden, is wel zoo bedenkelijk. Men zal goed doen, de kinderen aan te raden alleen dergelijk snoepgoed te koopen, wanneer het in potten of flesschen bewaard wordt. In snoepgoed mogen geen saccharine of andere kunstmatige verzoetingsmiddelen voorkomen. Ook snoepgoed dat veel rauw (onverstijfseld) zetmeel bevat, wordt door de keuringsdiensten afgekeurd, omdat dit onverteerbaar is en allicht tot kleine maagstoornissen aanleiding zou kunnen geven. Een abnormaal hoog aschgehalte na verbranding van het snoepgoed wijst op vermengen met allerlei vulmiddelen.

Druiven. Druiven zijn vruchten van den wijnstok (Vitis vinifera), een zeer oud cultuurgewas. De teelt is vrijwel over de geheele wereld verbreid, op wijnbergen en in kassen. De wijnstok is een dwergheester, die het vermogen heeft ergens omheen te ranken, om zoodoende alle profijt te trekken van de zonnestralen. In ons land heeft de teelt in kassen tijdens de laatste dertig jaren een hooge vlucht genomen (Westland, langs de rivieren). Bekende soorten, die prachtige vruchten leveren zijn: Black Alicante, Gros Colmar, Gros Maroc (blauwe soort), Fortner’s White Seedling (witte druif) en Frankenthaler. De cultuur onder glas vraagt kostbare verwarmingsinrichtingen, bovendien eischt de druiventeelt veel arbeidskrachten. Jonge trosjes moeten voortdurend gedund worden, dit noemt men onder de kweekers „krenten”.

Druiven bevatten ondanks het feit dat ze in de zon rijpen, weinig vitaminen. Vijanden van de druiventeelt zijn de dopluis, kleine spinnetjes, galmijten en zwammen. Druiven hebben een bijzonder hoog suikergehalte, het is de eenige besvrucht, die wij bepaald als voedingsmiddel beschouwen kunnen. In de literatuur wordt de gemiddelde samenstelling als volgt opgegeven: Water 77 %, eiwit 0,5 %, pectine 2 %, suiker 15 %, vruchtenzuur 1 %, pitjes 4 %, voedingszouten 0,5 %. In het Jam- en Limonadebesluit wordt het druivensap genoemd en beschreven. Veel druiven worden na afloop van den oogst nog maandenlang in koelhuizen bewaard, waar ze hun prachtig uiterlijk zeer lang kunnen behouden. Men kan ze onderscheiden, doordat versche druiven groene steeltjes en koelhuisdruiven bruine steeltjes hebben.

Druivensap moet voldoen aan de eischen, die aan vruchtensap in het algemeen gesteld worden. Hoogstens mag er 20 % suiker aan worden toegevoegd. (Dit percentage moet vermeld worden.) Als conserveeringsmiddel zijn toegestaan 150 mg zwaveligzuur of400 mg benzoëzuur, per kg druivensap. Andere vruchtensappen mogen niet aanwezig Zijn, tenzij dit op de etiketteering vermeld wordt. Sap door eenvoudig uitpersen verkregen is kleurloos, sap door koken verkregen op de wijze van bessensap is donkerrood van kleur. Druivensap moet een soortelijk gewicht hebben van minstens 1.050. Door al deze eischen heeft het publiek waarborgen, dat inderdaad zuiver, onverdund druivensap zal afgeleverd worden.