Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Agar-agar

betekenis & definitie

Agar-agar - Een middel van plantaardigen oorsprong, dat gebruikt wordt om de stolkracht van een bepaalde spijs te verhoogen. De stof, die meest in stangen in den handel komt, wordt bereid door bepaalde zeeplanten uit te koken. De fabricage is voornamelijk gelocaliseerd in China, Japan, Engelsch-Indië, Java en Amerika, streken waar deze zeeplanten voorkomen. De hoofdmassa van deze stangen bestaat uit gelose, een stof die het vermogen heeft met water tot een gelei op te zwellen (vandaar het gebruik in te dunne jams, pudding enz.). Ook in de bacteriologie vindt agar-agar een ruime toepassing, omdat de stof met tal van bestanddeelen een geleiachtige voedingsbodem vormt, waarop allerlei bacteriën welig groeien kunnen.

Eén deel agar-agar geeft zelfs met 300 deelen water (of andere vloeistof) nog een geleiachtige massa. In Japan worden enorme hoeveelheden bruine algen gereinigd en op agar-agar verwerkt. In de landen van oorsprong wordt deze stof door de arme bevolking wel als voedsel gebruikt. Voedingswaarde heeft zij, zooals te begrijpen is, niet. Agar-agar bevat in het geheel geen stikstof en ook koolhydraten worden niet opgenomen. In jam mag dit verdikkingsmiddel volgens het Jam- en Limonadebesluit niet gebruikt worden, (wel in sorbets, vruchtensaus en dergelijke vloeistoffen), omdat het gebruik aanleiding zou kunnen zijn tot uitsparing van suiker.

Agar-agar zwelt op in de maag en wordt verder door de digestiesappen niet aangetast, vandaar dat de stof in de geneeskunde gebruikt wordt om laxeerende middelen naar de darmen te voeren. De gelose verlaat geheel onverteerd en onaangetast het darmkanaal.