Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

ziel

betekenis & definitie

Dit woord wordt vaak genoemd in verband met het getuigen, zweren, de eedaflegging, waarbij men met zijn ziel instaat voor de waarheid. Als een blasfemische stoorzender bij uitstek werd de uitroep bij mijn ziel! beschouwd.

Deze vloek is reeds zeer oud. Uit de 13de eeuw dateert semmi mine siele ‘zo helpe mij mijn ziel’.

In de 17de eeuw valt bij vaak weg, en in plaats van mijn vindt men vaak me of men. Andere varianten zijn (by) mynder, mijnder of meijnder zielen of sielen, t’zielen, 't zielen, op mijn ziel en by ziel. Bij mijn ziel wordt gebruikt ter bekrachtiging van het gezegde of om verwondering, boosheid uit te drukken: vaak weer te geven met ‘echt waar, waarachtig, verdomd, verdraaid’.

Ook op mijn ziel (Gods) is geattesteerd van 1612 tot 1785. In de 17de eeuw komen de volgende verbasteringen voor: by myn of men sier en by myn siecken. Sommigen brengen deze laatste verbastering in verband met de eed bij men sieterna ‘bij mijn achterste’.

In de 17de eeuw ontmoeten wij voorts op me siel Godts. In de 18de eeuw vond ik zweren op zijne ziel en zaligheid. In het West-Vlaams komt voor draai uw ziele af. ‘hoepel op’. En H.

Conscience zweert in 1845 by de ziel myns vaders! In mijn enquêtemateriaal vond ik niets dat leek op mijn ziel(e) Gods of op mijn zieltje God, een krachtterm die volgens De Baere halverwege deze eeuw nog in zwang was. Felix Timmermans gebruikt de uitdrukking op mijn zielzaligheid zweren. In zeventiende-eeuwse teksten komt ook nog voor by myn doodtziel of op men dootziel. Sommigen verklaren deze verbinding als ‘bij de dood van mijn ziel’, anderen als een contaminatie van bij mijn dood en bij mijn ziel. Algemeen aanvaard is dat de uitroep by mijn (men) zool, by me sole of by myn (me) solen (zolen, zooien), die in de 17de eeuw zeer verspreid was, een verbastering is van bij mijn ziel. De uitroep wordt ook als een vervorming gezien van het Engelse by my soul. De Baere brengt bij mijn zool liever in verband met voetzool (1940:153-155).

De eed bi mines vaders siele werd in de Middeleeuwen reeds als een zogenaamde ‘sotte eede’ beschouwd. Een ‘sotte eed’ is een eed die men zweert bij de schepselen, bij het licht dat schijnt, bij het vuur dat brandt, bij de tanden van zichzelf of bij de ziel van mijn vader (vgl.

De Baer 1940:21).zie zieterna.