In het Middelnederlands komt voor ic wille mijn kele windewait, en es die coninc niet hier bi. Dit citaat, afkomstig uit de veertiende-eeuwse Karei ende Elegast, bevat een zelfverwensing die tot meineed en ijdel gebruik ervan kan leiden. En dus ook tot vloek en uitroep. Windewaaien betekende ‘bungelen aan een galg’.
Hier kunnen wij wellicht het best hertalen met ‘ik laat mij hangen als... ’