Bastaardvloek waarvan het eerste element een verbastering is van God en het tweede een substitutievloek met absoluut nonsensicale waarde, waardoor de vloek als geheel bijna een humoristisch karakter krijgt. Ik accentueer hier dat potverdrie mogelijk ook een verbastering kan zijn van potverdorie. Overigens kan de toon waarmee de vloek wordt uitgesproken boosheid tot uitdrukking brengen.
Een variant op dit thema is potverdubbeltjes. Vooral gebruikt om irritatie, teleurstelling, ingehouden boosheid e.d. uit te drukken. De allitteratie geeft de vloek een overgecultiveerde eenvoud en de medeklinker Irl geeft aan de emoties een soort ritmische elasticiteit.
De achtermondvocalen lal, lol en /ul ten slotte laten nog iets doorklinken van het aanvankelijke zware, maar hier verbasterde vloekgeschut.zie duizend, honderd, potjandriedubbeltjes.
