Deze milde verbastering van Jezus (vgl. ook sjeempie) komt in het hedendaags Nederlands vaak voor in combinatie met o en ach. Als uitroep versterkt jee (1661) het volgende woord (“Wij moeten geen misverstanden krijgen.” “Jee, nee...”). O(h) jee(tje) heeft een dubbele functie. Het wordt gebruikt in een uitroep van schrik, waarbij Jezus om hulp, bijstand of tussenkomst gevraagd wordt.
Anderzijds doet het dienst als tussenwerpsel indien er tenminste sprake is van een afwijzing of geruststelling. Meestal geeft het echter verbazing, bewondering, verbijstering, teleurstelling, ontnuchtering, ontzetting enz. aan.
Vaak kunnen wij die emoties vertalen met ‘wat erg, vreselijk, wat vervelend’, ‘ook dat nog, jammer dat ik dat moet constateren’. De verzachte vorm jeetje lijkt bij jongeren op zijn retour (Hoppenbrouwers 1991: 45).
Als vormvariant komt tjee(tje) voor. Soms wordt de vloek versterkt door kreetje. Toen in 1997 in Den Haag een nieuwe burgemeester benoemd moest worden, kopte Paul Waayers op Internet Jeetje, wordt het Deetje? Dit laatste is natuurlijk een grappige toespeling op de naam van toenmalig Kamervoorzitter W.
Deetman, die later inderdaad de nieuwe burgemeester zou worden. zie godverjeetje, heer, jeetje-kreetje, Jezus.