Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

huis

betekenis & definitie

- huis van vertrouwen, vertrouwensadres

Café In De Klok is niet meer. Zondag tapten uitbaters Omer en Anna de laatste pinten. Een stuk gezelligheid, een huis van vertrouwen en honderden anekdotes worden geschiedenis. - HN, 23-12-2002.

- daar komt niets van in huis, daar komt niets van terecht