Gepubliceerd op 14-03-2021

Zevenaar

betekenis & definitie

gem. in Gelderl. (arrond. en kanton Arnhem), grenst aan Pruisen en in het zuiden aan een arm van den Ouden Rijn, 272/3 km.2 groot, meest vruchtbare kleigronden, bevat het stadje Z., het dorp Oud-Zevenaar, benevens de buurten Kwartier, Babberik, Holthuizen, Ooi, Griet en Zweekhorst, en telde 1 Jan. 1906: 4631 inw. Kiesdistrict Rheden; pers. bel.: stad 7e, overig deel 9de klasse.

Landbouw, veeteelt, doorvoerhandel. Het stadje Z. ligt in het midden van de landstreek de Lijmers, 21/2 uur o.z.o. van Arnhem, aan den weg van Arnhem naar Emmerik, en heeft ongeveer 1500 inw.; ruime markt, Collegium Josephinum ter voorbereiding voor de priesterseminaria en het hooger onderwijs, Pelgromsstichting. Z. is een middelpunt van spoorwegverkeer. De plaats is zeer oud. In een oorkonde uit de 11e eeuw wordt zij vermeld onder den naam Subenhare. Aanvankelijk behoorde zij tot het hertogdom Kleef.

Zij werd in 1598 door prins Maurits, toen Mendoza een inval in Gelderland deed, bezet. Later, toen de aan alles gebrek lijdende armee van Mendoza had moeten aftrekken, gaf de prins Z., als ook Emmerik, hetgeen hij den Spanjaarden ontweldigd had, aan Kleef terug.

< >