afbeeldingen van zeeën of gedeelten daarvan, met de nabij gelegen kusten. Zij moeten nauwkeurig aangeven alle eilanden, rotsen, banken, vuren en bakens, diepten en ondiepten, stroomen en andere bijzonderheden, welke den zeeman tot aanwijzing kunnen dienen.
Men kende eertijds slechts platte Z., bij welke alle breedtegraden volkomen gelijk waren, en die tot op 20° ten N. en ten Z, van den aequator nauwkeurig genoeg, maar verder noordelijk wegens de bolvormige gedaante der aarde onvoldoende in het gebruik waren. Om dit te verhelpen kwam Gerard Mercator op het denkbeeld om de zoog. wassende kaarten te vervaardigen, die sedert in gebruik zijn gebleven.