Gepubliceerd op 14-03-2021

Zadel

betekenis & definitie

lederen zetel op den rug van het rijpaard. Een goed rijzadei moet zoo getrouw mogelijk aan zijn ondervlakte den negatieven vorm hebben van den rug des paards.

Wanneer een zadel niet gelijkmatig draagt, kan het door plaatse dj ke wrijving of drukking verwonding ten gevolge hebben, welke het paard ongeschikt maakt voor verderen dienst. Het zadel wordt op zijn plaats gehouden door den singel, welke om den buik wordt gegespt. Is de singel te stijf aangetrokken, dan kan zulks ademhaling en bloedsomloop hinderen, of wel congestie naar de hersenen des paards veroorzaken. Is hij te los aangehaald, zoo kan het zadel heen en weder schuiven, wat verwonding ten gevolge heeft. Vele paarden hebben de gewoonte, wanneer de singel wordt vastgegespt, zich op te blazen, zoodat hij gedurende den rit blijkt te veel ruimte te hebben.Ook de plaats van het zadel moet met groote zorg voor het uitrijden worden nagezien. Ligt het zadel te veel naar voren bij het schoft van het paard, zoo is de voorhand overladen, en het paard kan struikelen en op zijn neus vallen. Het zadel, te veel naar achter geplaatst, vermoeit de lendenen en de achterhand, en verzwakt het paard in al zijn bewegingen. In de laatste jaren zijn de Amerikaansche jockeys bij de wedrennen begonnen, hun zadels naar voren bijna op het schoft van het paard te leggen, dat is daar waar de ruggewervels het sterkst zijn. De achterband wordt zoodoende bijna geheel ontheven van gewicht, wat een merkbaar voordeel is gebleken voor het winnen der prijzen.

Het opzadelen van een paard mag niet ruw, maar moet rustig en kalm geschieden, terwijl het paard wordt gestreeld. Na geëindigden rit moet een paard zoo spoedig mogelijk worden afgezadeld, waarna het zweet met het zweetmes moet worden verwijderd, de huid met stroo worden drooggewreven en een deken worden opgelegd.

Het tuig voor het rijden van dames is gelijk aan dat der heeren, uitgenomen echter, dat het bit en de teugels van den toom vaak lichter en sierlijker zijn, en het zadel met krukken voorzien is voor het schuin rijden. Rijpaarden voor dames kunnen lichter zijn dan die voor heeren, want zij; hebben minder gewicht te dragen. Vandaar ook lichter tuig. Een goed gemaakt dameszadel mag de ruggestreng van het paard niet raken, maar moot een doorgang openlaten, zoodat tusschen zadel en paardenrug de karwats in het lang kan worden doorgestoken. Zoodoende zal het paard verzekerd zijn, niet door het zadel te worden gedrukt.