Men is gewoon den horizon (of kim) eener plaats te verdeelen in 32 even groote deelen, die men W. noemt en waarbij men uitgaat van het Noorden: het punt, aangegeven door de snijding van den meridiaan der plaats — gaande door toppunt en pool — en den horizon. Het toppunt is recht boven de plaats aan den hemel; de pool des hemels — het verlengde der aardpool — dicht bij de poolster (van de Kleine Beer).
Het daartegenover liggende is het Zuiden. De aan den horizon 90° hiervan verwijderde punten noemt men oost naar den kant van zonsopgang en west naar dien van zonsondergang. Een papier, waarop deze Wi. in een cirkel geteekend staan (welke cirkel ook in 360° verdeeld is) noemt men Wind- of Kompasroos.