W. cramer

betekenis & definitie

schrijver van een reeks lees- en leerboeken voor de duitsche taal, waarvan verscheidene meermalen werden herdrukt: Nieuw Hoogduitsch leesboek voor de eerste drie leerjaren (lste jaar, 3dc druk, Purmerend, 1897; 2de jaar 3de druk, Purm. 1900; 3l,° jaar, 2de dr., 1899), Nieuw leerboek der Hoogduitsche taal (lste deeltje, 7de druk, Purm. 1900; 2de deeltje; 4de druk, Purm. 1897); met N. Brouwer bezorgde C ook verschillende herdrukken van W. F Oostveen’s leesboeken voor de lagere school Leest prettig! eerste serie, VI, 15de dr., 1898; Leest prettig! nieuwe serie. VI, 8ste dr., 1898; Pas op school! lstc stukje, 8sto druk, 1900, 3de stukje, 7de druk, 1898; Weer wat nieuws, nieuwe serie, IV, 7do druk, geïll., 1898: Een trapje hooger, nieuwe serie, II, 9de druk, 1900; Hoe bevalt u dit? eerste serie, III, lldc druk, 1900; Uit de portefeuille, eerste serie, IX, 8ste druk, 1900; ~Van vroeger en later, 5de druk, 1900); op denzelfden naam verschenen nog: De Voorbereidingsklasse (rekenen, nederl., fransch, aardrijksk., geschiedenis; opgaven der laatste jaren van de admissie-examens voor hoogere burgerscholen en gymnasiën, verzameld en gerangschikt door W. C., 6lie druk, Leiden, 1900); Wat moet mijn zoon worden? (opgaven van hetgeen gevorderd wordt voor verschillende burgerlijke en militaire betrekkingen, voor den staatsdienst en voor toelating op verscheidene inrichtingen voor onderwijs, (4<le druk, met N. Brouwer, Rofterd., 1899).