Gepubliceerd op 14-03-2021

Vogezen

betekenis & definitie

duitsch Wasgau, fr. Vosges, gebergte op de grenzen van Frankrijk en den Elzas, evenwijdig met het Schwarzwald, ongeveer 225 km. lang, 37—59 km. breed, in het o. met steile hellingen; in de hoogere gedeelten wouden, aan de hellingen wijnbouw en ooftkweekerij.

Men onderscheidt: de HoogV. (tot aan de depressie van Markirch; hoogste toppen: Elsasser Belchen, 1246 m., Sulzer Belchen, 1423 m., Honeck, 1366 m.), MiddelV. (tot aan het défilé van Zabern; Donon, 1008 m.) en de Laag-V. (laagbergland). Wegen voeren over dit gebergte van Kolmar naar Remiremont, van Schlettstadt naar Saint-Dié en aan het noordeinde een spoorweg van Zabern naar Luneville en van Hagenau naar Saargemünd. Reisgidsen van Mündel (8ste dr. 1897), Baden (2de dr. 1899).Het fransche dep. der V. (zie tabel bij Frankrijk) heeft Epinal tot hoofdstad.

< >