een tamelijk veelvuldig voorkomend edelgesteente, daarom van geringe waarde. Hardheid = 8, soortelijk gewicht = 3.4—3.6.
Het is kleurloos of geel in verschillende schakeeringen, ook wel lichtrood of groenachtig, en bestaat uit kiezelaarde, aluinaarde en fluoorwaterstofzuur. Het is nu eens ingesloten, kristalvormig, dan weer in losse korrels. Brazilië en Siberië geven de schoonste topazen. Die uit Brazilië worden door voorzichtig gloeien licht rozerood; zulke gegloeide edelgesteenten worden in den handel dikwijls brazielsche edelgesteenten genoemd. Somtijds heeten zeegroene topazen in den handel aquamarin. De oostersche T., een gele saffier, onderscheidt zich van den eigenlijken T. door zijn hardheid en grooter vuur. Hij staat hoog aangeschreven.
