Gepubliceerd op 14-03-2021

Togoland

betekenis & definitie

Togo, duitsche kolonie aan de Slavenkust in Guinea, ten o. van de eng. Goudkust, is 82.330 km.2 groot en heeft ongev. 17l> millioen inw. (meest Ewe-negers).

Hoofdplaats Lome. De omstreeks 70 km. lange kuststreek bestaat uit een met struikgewas en enkele wouden begroeide zandvlakte; het hooger gelegen golvend binnenland is in het o. bedekt met savannen, woud en weiden, terwijl het w. een uiterst vruchtbaren bodem heeft. De hoogste bodemverheffingen zijn die bij: Misahöhe in het z.w. (Agu-gebergte) en bij Bismarckburg in het n., in het landschap Adeli. Klimaat uiterst vochtig en zeer ongezond (in Mei tot Juli bijna geregeld malaria-epidemies). Het voornaamste artikel van uitvoer levert de oliepalm. Hoofdhandelsplaatsen aan de kust zijn Klein-Popo, Porto-Seguro (500 inw.), Bagida en Lome; belangrijk voor het handelsverkeer met het binnenland zijn: in het w.: het station Misahöhe, Kpandu en het station KeteKratschi, in het o.: Do Koffi en Atakpame, in het n. de stations Sansanne-Mangu, Sokodé en Basari.

Aan de Haho, nevens de Sio de hoofdrivier van T., ligt Adangbé, in het gelijknamig landschap. T. werd 5 Juli 1884 door Nachtigall voor een duitsch schutsgebied verklaard.

< >