ook Timoer-Beg of Timoer-Leng (d. i. de lamme T.), omdat hij hinkte, gewoonlijk Tamerlan genoemd, aziatisch veroveraar, geb. 9 April 1336 te Sebz in de provincie Ketsj, noemde zich een afstammeling van Dsjingis-Khan, doch was volgens anderen de zoon van een mongoolsch hoofdman. Hij maakte zich 1370 van het hoogste gezag meester, koos Samarkand tot residentie, veroverde Perzië, geheel Midden-Azië van den chineeschen muur tot aan Moskou en 1398 Hindostan van den Indus tot aan de monding van den Ganges.
Vervolgens viel hij in Klein-Azië en versloeg 20 Juli 1402 nabij Angora het leger van Bajazet, die op de vlucht gevangen werd genomen. Terwijl hij zich gereedmaakte voor een veldtocht tegen China, overleed T. 1405; zijn rijk werd daarop door binnenlandse he onlusten verscheurd en in verschillende deelen gesplitst. T. was een buitengewoon man, doch wild en wreed, maar tevens een beschermer der wetenschappen.