Gepubliceerd op 18-03-2021

Taco roorda

betekenis & definitie

nederl. oriëntalist, geb. 19 Juli 1801 te Britsum, eenigen tijd predikant, 1828 buitengewoon hoogleeraar in de oostersche talen te Amsterdam, 1835 gewoon hoogleeraar in de taal-, land- en volkenkunde van Nederl.-Indië te Delft, 1864 idem aan de rijksinstelling te Leiden; overl. 5 Mei 1874; gaf o. a. in het licht: Ontwikkeling van het begrip der philosophie (1835), Proeve rem Javaansche poezig uit het Javaansch heldendicht de Brdtd-Joedd of de strijd der Barsthas (1841), Het boek Radja Virangon of de .o uhh d> ///s' van Nali-Moeza (javaansche legende, 1844), Zielkunde of beschouwing van den mensch als bezield wezen (3de dr. 1864), Over de deelen der rede en de rede-ontleding of logische analgse der taal tot grondslag voor wetensch. taalstudie (2de dr. 18:5,1, ib-ir dichtmaat, versmaat en versbouw, inzonderheid in de Hollandsche, Duitsche, Fransche, Grieksche en Romeinsche, Arabische en Oost-Indische poëzy (1863), Over de aard en natuur van de verschillende spraakgeluiden (1866), Het geloof en de geloofsgronden van een modern Christen (in brieven, 1871).