nederl. oriëntalist, geb. 19 Juli 1801 te Britsum, eenigen tijd predikant, 1828 buitengewoon hoogleeraar in de oostersche talen te Amsterdam, 1835 gewoon hoogleeraar in de taal-, land- en volkenkunde van Nederl.-Indië te Delft, 1864 idem aan de rijksinstelling te Leiden; overl. 5 Mei 1874; gaf o. a. in het licht: Ontwikkeling van het begrip der philosophie (1835), Proeve rem Javaansche poezig uit het Javaansch heldendicht de Brdtd-Joedd of de strijd der Barsthas (1841), Het boek Radja Virangon of de .o uhh d> ///s' van Nali-Moeza (javaansche legende, 1844), Zielkunde of beschouwing van den mensch als bezield wezen (3de dr. 1864), Over de deelen der rede en de rede-ontleding of logische analgse der taal tot grondslag voor wetensch. taalstudie (2de dr. 18:5,1, ib-ir dichtmaat, versmaat en versbouw, inzonderheid in de Hollandsche, Duitsche, Fransche, Grieksche en Romeinsche, Arabische en Oost-Indische poëzy (1863), Over de aard en natuur van de verschillende spraakgeluiden (1866), Het geloof en de geloofsgronden van een modern Christen (in brieven, 1871).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk