(plantk.) Ten . einde een overzicht te verkrijgen over het geheele plantenrijlk, is het noodzakelijk de planten in groepen te brengen volgens haar verwantschap. Door vereeniging en rangschikking van die grootere en kleinere groepen ontstaat een stelsel, systeem.
Hierbij kan men twee wegen inslaan. Men kiest een willekeurig gekozen plantendeel en neemt dit tot onderwerp van een nauwgezet onderzoek; eindelijk plaatst men alle planten, die een en dezelfde eigenschap van het gekozen deel met elkaar gemeen hebben onder één hoofd. Dit stelsel, kunstmatig stelsel geheeten, heeft dit gebrek, dat op die wijze planten in een groep geplaatst kunnen worden, die overigens volstrekt geen verwantschap met elkaar hebben. Het is daarom veel doelmatiger de verschillende groepen te vormen door vergelijking van de eigenschappen der meest verschillende deelen der plant, eigenschappen, die in verband staan met haar geheele leven en ontwikkeling: dit stelsel noemt men het natuurlijk stelsel. Voor dit laatste maakten zich verdienstelijk: Bern. de Jussieu, Ant. Laur. de Jussieu, Adanson, A.
P. Decandolle, Ad. Théod. Brongniart, John Bindley, William Jackson Hooker, Bentham, Bartling, Kndlieher, Grisebach, A. Braun, Ferd. J. Cohn, Sachs, Eichler, Engler enz. (Het stelsel van Decandolle, zie Decandolle). eVan de kunstmatige stelsels is dat van Linnaeus het beste. L. nam tot grondslag de verscheidenheid in de voortplantingsorganen; vandaar ook de naam van sexueel stelsel. L. verdeelt het geheele plantenrijk in 24 klassen, waarvan 1—23 de phanerogamen en de 24ste de cryptogamen bevatten.
A. Planten met tweeslachtige bloemen.
a. Meeldraden vrij.
+ Meeldraden even lang of zonder standvastig verschil in lengte.
1 meeldr. 1ste kl: Eén helmigen (Monandria)
2 " 2de Twee " (Diandria)
3 " 3de Drie " (Triandria)
4 " 4-de Vier " (Tetrandria)
5 " 5de Vijf " (Pentandria)
6 " 6de Zes " (Hexandria)
7 " 7 de Zeven " (Heptandria)
8 " 8ste Acht " (Octandria)
9 " 9de Negen " (Enneandria)
10 " 10de Tien " (Decandria)
11-12 " 11de Twaalf " (Dodecandria)