Gepubliceerd op 14-03-2021

Syphilis

betekenis & definitie

De Syphilis is een besmettelijke ziekte, met een slepend, langdurig (chronisch) verloop; het is een van de plaats van besmetting uitgaande, geleidelijk het geheele lichaam doortrekkende vergiftiging met bacteriën, waardoor in de meest verschillende weefsels en organen lichtere of zwaardere ontstekingsprocessen kunnen worden veroorzaakt.



Wijze van besmetting

De besmetting heeft niet, zooals bij sommige besmettelijke ziekten, plaats door inademing van de ziektekiemen, maar er is voor noodig lichamelijke aanraking met een besmet persoon of voorwerp en liefst nog wel een innige, eenigszins langdurige aanraking. Daarom zal de ziekte in de meeste gevallen bij geslachtelijk verkeer en langdurig kussen (op de lippen) worden verkregen. Daarom behoort de S. tot de geslachts- of venerische ziekten (naar Venus, de godin van liefde en schoonheid), evenals de Gonorrhoe (druiper) en de Weeke Schanker (ulcus molle), waarmede men eveneens in verreweg de meeste gevallen door geslachtelijk verkeer wordt besmet. '

Echter kan ook op andere wijze en andere plaats besmetting met het syphilisgif plaats vinden; immers door elk — ook voor het bloote oog niet waarneembaar — wondje in huid of slijmvliezen, waar aan 4 lichaam ook, kan de smetstof binnendringen. Zoo kan, indien het scheermes besmet is, het gif in de baardhuid binnendringen; door kussen van een besmet persoon kan op het slijmvlies van de lippen enting plaats vinden, zoo ook bij het kind, dat door een besmette min wordt gezoogd, als ook bij den glasblazer, die blaast aan een door een besmetten arbeider geïnfecteerde blaaspijp. Zoo kan de geneeskundige, vooral de verloskundige, bij het onderzoek of assisteeren van een lijder (es), in een klein wondje aan den vinger worden besmet. Ter onderscheiding van de door bijslaap verkregen S„ spreekt men bij bij deze wijze van besmetting van syphilis insontium d. w. z. syphilis der onschuldigen.



Verloop en verschijnselen

Van de zooeven genoemde andere venerische ziekten (gonorrhoe en weeke schanker), onderscheidt de S. zich o. a. hierdoor, dat zij niet tot de geslachtsorganen beperkt blijft — wat bij druiper en weeke schanker meestal 4 geval is — maar dat haar gif door het geheele lichaam gevoerd wordt en alle organen van het lichaam kan aantasten; het is, zooals men 4 noemt, een constitutioneele ziekte en niet slechts een locale.

Een tweede onderscheid is, dat de syphilislijder(es) niet alleen gevaarlijk is voor personen, waarmede hij of zij in contact komt, maar dat ook de kinderen, in de eerste jaren der ziekte verwekt, dood of syphilitisch ter wereld komen.

De S. nu is een slepende of chronische ziekte, welke jaren duren kan en nog na 20 jaren en langer verschijnselen geven kan; perioden, waarin de ziekte zich door verschijnselen openbaart — zij is dan in een „manifest” stadium — worden afgewisseld door korter of langer durende pauzen, waarin de ziekte zich door niets openbaart — latent stadium — en waarin toch nog wel degelijk gevaren dreigen voor den persoon zelf, voor andere personen en voor de nakomelingschap.

Het verloop is in de meeste gevallen als volgt:

Gedurende de eerste 2 a 4 weken na het binnendringen van de bacteriën in 4 lichaam bespeurt men niets; in dien tijd echter hebben de bacteriën gelegenheid zich voldoende te vermenigvuldigen en in die mate het besmette lichaamsdeel tot reactie te prikkelen, dat de eerste verschijnselen aan den dag treden, — dit heet „incubatiestadium” d. w. z. tijdperk, waarin het gif zich in 4 lichaam nestelt, maar nog geen verschijnselen geeft. — Op de plaats van entrée van 4 gif ontstaat nu een klein blaasje of puistje, dat tot een hard schijfje of tot een zweertje met harde randen wordt; dit heet harde schanker of primair affect, weldra gevolgd door een meestal geringe, niet pijnlijke (indolente) zwelling van de lymphklieren in de omgeving van de schanker, meestal dus in de liezen.

Dit stadium, waarin de ziekte — ten minste wat haar uitingen betreft — nog gelocaliseerd is op de plaats van infectie en haar naaste omgeving, heet het „primaire of eerste stadium”.

Zijn de bacteriën daarna verder getrokken in het lichaam en hebben ze zich ook hier in voldoende hoeveelheid ontwikkeld om reactieverschijnselen te weeg te brengen, dan is het „tweede of secundaire stadium” begonnen. De ziekte heeft de geheele constitutie doortrokken, is constitutioneel geworden. In dit stadium is de ziekte gekomen in de 8ste tot 10de week na de besmetting. De lijder kan zich dan zwaar ziek voelen — gevoel van koorts, zware hoofdpijn, slapeloosheid enz. —; dit gevoel van ziek zijn kan echter ook ontbreken. Nu breekt een uitslag uit, dat bij voorkeur de huid en de slijmvliezen aantast; zoo kan de huid van af de voeten tot en met de huid, die door het hoofdhaar wordt bedekt, worden overdekt door roode vlekjes (roseola syphilitica) of door kleine, niet jeukende, roodbruine knobbeltjes (papula en lichen syphilitica); dan weer zien we grootere, vlakke knobbels met dunne schubben en schilfers bedekt bij voorkeur aan handpalmen en voetzolen voorkomend (psoriasis syphilitica); dan eens zijn het etterblaasjes en puisten (pustula en ecthyma); dan weer kleine puistjes door ontsteking van de vetklieren van de huid (akne syphilitica); soms grootere korsten, waaronder zweren (rupia syphil).

Op het voorhoofd komen de knobbeltjes soms in een kring te staan, die corona veneris wordt genoemd.

Waar zooals tusschen de teenen, tusschen de billen, op de schaamdeelen, op de lippen, op de tong, in de keel de knobbeltjes hun opperhuid verliezen en vochtig worden, spreekt men van „vochtige papels”, ook, daar ze nogal breed zijn van „condylomata lata.” Door 4 verweeken op de zooeven genoemde plaatsen van het lichaam, worden deze knobbeltjes gemakkelijk tot zweertjes, die evenals de vochtige papels zeer besmettelijk zijn.

Hoewel in dit stadium de huid en de slijmvliezen bij voorkeur worden aangetast, en andere organen nog vrij blijven, kunnen echter reeds nu worden aangetast de oogen, het beenvlies, vooral van scheen- en schedelbeendereu, wat tot heftige, vooral nachtelijke pijnen, kan aanleiding geven. Ja, alle organen — ook hersenen en ruggemerg — kunnen worden aangedaan; meestal echter worden ze in deze periode nog gespaard en beperken zich de aandoeningen tot de huid en slijmvliezen.

De boven geschetste verschijnselen nu zijn gewoonlijk na 4 of 6 weken geneeskundige behandeling weer geweken; er is een pauze, een latent stadium, ingetreden. De patiënt waant zich dan vaak genezen, wat echter, behoudens een enkele uitzondering, geenszins het geval is. Meestal toch treden na 6 tot 8 weken pauze — er zijn dan 5 tot 6 maanden na de besmetting verloopen — een zelfde reeks van verschijnselen op, die dan na 4—6 weken behandeling ook weer verdwenen zijn. Een dergelijke „nieuwe manifestatie” van de ziekte, heet „recidief” (herhaling).

Dergelijke herhalingen of recidieven kunnen gedurende de eerste 2 of 3 jaren van de ziekte, alle 3 tot 6 maanden volgen, hoewel ’t — gelijk reeds werd vermeld — bij één manifest stadium kan blijven.

’t Hierboven beschreven tweede of secundaire stadium is na 2—3 jaar duur van de ziekte geëindigd en in de gunstigste gevallen is hiermede de S. af geloop en en genezen. Helaas echter niet in alle gevallen. In een reeks van gevallen toch volgt nog een derde, een „tertiair stadium”; de meeste kans daarop bestaat als de besmette persoon gedurende deze eerste 2—3 jaren van de ziekte, hetzij deze manifest was, hetzij ze geen verschijnselen gaf, verzuimd heeft door geneeskundige behandeling en een gezonde, versterkende levenswijze, alles te doen, waardoor de ziekte kon worden onderdrukt. Dit derde stadium onderscheidt zich van het tweede o. a. hierdoor, dat de uitingen minder over het geheele lichaam verspreid zijn en meer op enkele organen beperkt blijven, doch door tot sterker verval van het weefsel en moeilijker genezing aanleiding te geven, blijvende defecten vaak ten gevolge hebben. Waar nu in dit stadium — niet slechts huid en slijmvliezen in hoofdzaak, zooals in ’t tweede stadium — meestal edeler, voor het leven en de gezondheid meer gewichtige organen, als hersenen,' hart, bloedvaten, ruggemerg, lever, o ogen enz., (heet daarom ook wel ingewandssyphilis of „viscerale syphilis”) worden aangetast, is begrijpelijk, dat blijvende invaliditeit, ja doodelijke afloop, het gevolg kan zijn.

In dit stadium ontstaan knobbeltjes van erwt tot soms duivenei grootte (gumma syphiliticum), welke door verzwering en verval tot defecten in de zooeven genoemde organen aanleiding geven, welke vaak niet door nieuw weefsel worden hersteld.

Nog 20 jaren en langer na de besmetting kunnen door de pas beschreven syphilitische producten, de edelste organen worden aangetast.

Als boven geschetst is in ’t algemeen het verloop van de S. Een enkele maal echter verloopt de ziekte snel ongunstig; het tweede en derde stadium volgen elkaar in enkele maanden op en in enkele maanden volgt doodelijke afloop (Syphilis maligna of galoppans).

Aan den anderen kant komen er ook gevallen voor, waarbij de verschijnselen van het 1e en van het 2e stadium zoo onbeduidend zijn, dat ze den patiënt ontgaan en deze zich niet tot zijn geneesheer wendt. Door ’t verzuimen van -geneeskundige behandeling en een ’t lichaam bijzonder versterkende levenswijze, juist als deze van het hoogste belang zijn, geven juist zulke schijnbaar lichte gevallen, later vaak aanleiding tot zware, voor de validiteit of voor ’t leven gevaarlijke aandoeningen van edele organen.

Eenigszins afwijkend van de boven beschreven vorm van S. is de „aangeboren of hereditaire syphilis”, de S„ waarmede kinderen van syphilitische ouders kunnen ter wereld komen. Daar hier het jonge lichaam uit zieke kiem (spermatozoën of ovulum) ontstaat of reeds in de baarmoeder door de, gedurende de graviditeit ziek geworden, moeder wordt besmet, oefent het syphilisgif haar noodlottige werking uit op teere, in ontwikkeling zijnde organen, in een periode van groei dus, waarin deze voor goede ontwikkeling de gunstigste condities noodig hebben. De verschillende organen, ’t geheele lichaam wordt hier dan ook belemmerd, en een blijvende afwijking, blijvende achterlijkheid van lichaam, vaak ook van het verstand, zijn het gevolg, als niet het kind reeds dood ter wereld komt. Zoo heeft dus de hereditaire S. nog nadeeliger invloed op het lichaam, dan die welke in later jaren wordt verkregen, de S. acquisita.

Wordt ten slotte nog vermeld, dat tengevolge van de S. kan ontstaan in latere jaren, doch soms ook reeds na enkele jaren, ruggemergstering (tabes dorsalis) en een vorm van krankzinnigheid (dementia paralytica), dan is zonder meer, de groote ernst van de S. voor den lijder, zijn echtgenoote en zijn nakomelingschap duidelijk.



Geneeskundige behandeling


(Therapie). De S. in één der weinige ziekten, waartegen specifieke geneesmiddelen bestaan; deze zijn het Kwik en het Joodkalium, welker werking door zwavelbaden (Aken) kan worden gesteund. Vooral de eerste 2—3 jaren van de ziekte moet een consciëntieuze behandeling worden doorgevoerd, ’t Meerendeel der geneeskundigen acht behandeling noodig, niet slechts als de ziekte verschijnselen geeft, in de manifeste stadia dus, maar ook, wanneer deze ontbreken — we merkten reeds op, dat ’t bij één eruptie, of één recidief blijven kan. — Volgens deze methode dient de patiënt, verschijnselen of niet, met een pauze telkens van 2 a 3 maanden, zich telkens gedurende 4—6 weken te laten behandelen en op die wijïze gedurende de eerste 3 jaren ^ 10 „kuren” door te maken. Is dit met succes geschied, dan mag behoudens enkele uitzonderingen de ziekte als genezen worden beschouwd en mag ook het huwelijk en het verwekken van kinderen worden toegestaan. Waren er in het 3e jaar nog verschijnselen, dan is ’t geraden nog een jaar met ’t huwelijk te wachten.

Van groot belang is, dat de moeder gedurende de zwangerschap, wanneer men vermoedt, dat zij of het zich ontwikkelende kind zijn aangetast, antisyphiilitisch wordt behandeld, daar de kans een gezond kind te baren daardoor belangrijk wordt verhoogd.

Het toedienen van Kwik, dat in het tweede en soms ook in het derde stadium wordt voorgeschreven, kan geschieden door kwikzalf in de huid in te wrijven „smeerkuur of inunctiekuur”; dit geschiedt gedurende + 6 weken dagelijks met uitzondering telkens van den 7en dag, waarop een bad wordt genomen.

Een andere methode is eveneens gedurende 6 weken kwik in te spuiten in de spieren „injectiekuur”; dit geschiedt dagelijks als men oplosbare, wekelijks als men onoplosbare verbindingen kiest.

De derde methode is de „pillenkuur” waarbij ’t kwik wordt ingenomen.

Naast deze behandeling moet de nadruk worden gelegd op een bijzonder gezonde levenswijze, die de werking der middelen en de geneeskracht van het lichaam in deze jaren moet steunen. Waar dit wordt verzuimd, kan ’t geheele nuttig effect van de geneesmiddelen worden geneutralizeerd.

Wat de beteekenis van het woord syphilis betreft, men is ’t daarover niet eens. Volgens sommigen is de naarn overgenomen uit een latijnsch gedicht van Fracostoro (1521), die hierin een herder, „Syphilis” geheeten bezingt, welke volgens de beschrijving door deze ziekte zou zijn aangetast.

Andere leiden het woord af van de grieksche woorden „sun en philia” d. w. z. met liefde.

Een andere afleiding is van het latijnsche woord „vilis” dat laag, gemeen beteekent. Nog een andere afleiding is van de grieksche woorden „sus en philia” in den zin van liefde tot een zwijn. Ten slotte nog wordt het afgeleid van het hebr. woord „siphlos” d. w. z. smerig, gulzig.

De naarn „Lues venerea”, ook wel aan de ziekte gegeven, wordt afgeleid van „Lua”, de romeinsche godin van de Verzoening. De ziekte zou dan de straf, het zoenoffer, zijn voor het ongeoorloofde toegeven aan de verleidelijkheden van Venus.

Wat de historie van de S. betreft het volgende. De studie van oude medische werken, van den Bijbel enz. leert, dat reeds in de oudste tijden de ziekte voorkwam, doch onder andere namen beschreven is.

Tot het einde van de 15de eeuw verneemt men er echter weinig van. Volgens sommigen zou in 1493 door Columbus de ziekte uit Amerika, uit Hispaniola naar Spanje zijn overgebracht.

Zeker is dat in het laatst der 15de eeuw, in het fransche leger van Karel VIII, dat Napels belegerde, de epidemie uitbrak (Fransche ziekte „morbus gallicus”, ook wel „mal de Naples” genoemd), die over Italië en geheel Europa zich uitbreidde en duizenden van sterfgevallen veroorzaakte.

Opmerkelijk toch is dat onder volken, waar deze ziekte niet of weinig geheerscht heeft, deze vaak snel doodelijk verloopt (Galoppeerende Syphilis), terwijl daar waar zij reeds langer inheemsch is, de ziekte een veel minder heftig verloop heeft.

< >