fr. coup d’état, het onverwachts en met geweld ingrijpen in den staatkundigen toestand, de staatkundige verhoudingen, van een land, met ’t doel die ta wijzigen, meestal door ’t optreden van één enkel persoon en op een zoodanig geschikt tijdstip, dat de staatsgreep binnen een dag, soms binnen enkele uren of slechts eenige oogenblikken is volvoerd. Wel eens genoemd: een „extra-constitutioneel middel”, ter handhaving van de constitutie.
Bekende staatsgrepen zijn geweest:1. Die van 18 Fructidor VI (4 Sept. 1797), toen generaal Augereau in verstandhouding met generaal Bonaparte (die buiten Frankrijk vertoefde) een aantal royalisten gevangen nam, om een eind te maken aan de royalistische woelingen tegen het Directoire en de Republiek, waarna 2 directeuren, 11 leden van den Raad der Ouden, 42 van den Raad der 500, en vele andere personen naar Cayenne gedeporteerd zouden worden. De meesten echter ontkwamen die straf door de vlucht. Onder hen bevond zich generaal Pichegru (die van Cayenne wist te ontvluchten naar Suriname en naar Europa terugkeerde) en directeur Carnot, die de deportatie ontging door de vlucht naar Duitschland en eerst naar zijn vaderland terugkeerde na 18 Brumaim (Zie hierna).
2. Die van 18 Brumaire VIII (9 Nov. 1799) van generaal Bonaparte, waarbij het Directoire werd omvergeworpen en ’t Consulaat werd ingesteld. Zoo liep dus de volkssouvereiniteit uit op de dictatuur van de sabel. (Zie onder Frankrijk, Geschiedenis).
3. Die van 1 op 2 December 1851, toen de prins-president der fransche republiek, Lodewijk Bonaparte, na gevangenneming van tal van invloedrijke personen, de kamer ontbond en een nieuwe staatsregeling aan ’t volk voorlegde, waarbij o.a. bepaald was, dat hij 10 jaren president zou zijn. 1 Januari daaraanvolgend zong men in de Nötre-Dame te Parijs een plechtig Te Deum, gevolgd door het gebed: „Heer, beschut Napoleon !” 2 December 1852, verjaardag der kroning van Napoleon I, van den slag bij Austerlitz en den staatsgreep van 1851, was de president Keizer Napoleon III. (Zie onder Frankrijk, Geschiedenis).
Ons land heeft in den zgn. franschen tijd twee staatsgrepen beleefd:
1. Die van 22 Jan. 1798, toen de unitarissen in den Haag een aantal leden van de Nationale Vergadering gevangen namen, met goedkeuring van den franschen gezant en in overleg met den franschen generaal Joubert en met Daendels, den luitenant-generaal der Bataafsche republiek. (Zie ald.). De nieuwe vergadering (Rompparlement geheet en) noemde zich nu Constitueerende Vergadering en stelde de eerste staatsregeling op.
2. Die van 12 Juni 1798, (in ’t artikel Daendels staat verkeerdelijk 10 Juni), toen de eigenmachtige verklaring van de Constitueerende Vergadering, die zich zelf tot Vertegenwoordigend Lichaam uitriep, een tweede ingrijpen noodzakelijk maakte. Deze staatsgreep droeg derhalve een geheel ander karakter dan de eerste (en in ’t algemeen dan de meeste coups d’état dragen). De beginselen van 22 Januari werden goedgekeurd bij dit bedrijf, dat niet gericht was tegen het stelsel, maar tegen sommige verkeerdheden en onwettige maatregelen der bewerkers van 22 Januari. Onder den kreet: „die schelmen, die landverraders, dood of levend moeten wij ze hebben!” overviel Daendels, die te Parijs goedkeuring op zijn plan verworven had, ’t Uitvoerend Bewind en sloot hij het Vertegenwoordigend Lichaam. Daarmee kwam aan de verwarring en onzekerheid een einde en 31 Juli kwam het wettig en regelmatig gekozen Vertegenwoordigend Lichaam bijeen.