naam van een vijftal pausen:
S. I en II, zie Xystus.
S. III, 432—440, bouwde de zg. liberische baziliek Sta. Maria Maggiore.
S. IV, 1471—84, te voren Francesco della Rovere, generaal der Conventueelen, trachtte in verbinding met Venetië en Napels het voortdringen der Turken te beletten, hetgeen slechts gedeeltelijk gelukte en was overigens meer diplomaat dan paus; maakte zich zeer verdienstelijk voor de vaticaansche bibliotheek en de verfraaiing van Rome.
S. V, 1585—90, te voren Felix Peretti, geb. 13 Dec. 1521 te Grottamare in de mark Ancona, werd Conventueel, schitterde te Rome door zijn welsprekendheid en goede werken, werd vicaris-generaal zijner orde, bisschop van Sta.-Agata de’ Goti, 1570 kardinaal en noemde zich sedert Montalto; hij zocht vele misbruiken in zijne orde en in zijn bisdom te verbeteren. Tot paus gekozen (1585), trad hij met bijzondere energie en gestrengheid op, herstelde de orde in den Kerkelijken Staat, roeide de rooverbenden uit en regelde de financiën. Voorts deed hij zeer veel voor de verfraaiing van Rome (groote obelisk, koepel van St. Pieter, vatic. bibliotheek en drukkerij; voorts de naar hem genoemde waterleiding Acqua Felice, enz.) en de bevordering der wetenschap. Voor het beheer der regeeringsen der kerkelijke aangelegenheden stelde hij 15 congregaties van kardinalen en andere ambtenaren in, bepaalde het aantal kardinalen op 70, verplichtte de bisschoppen op bepaalde tijden Rome te bezoeken, enz. In de politiek steunde hij Hendrik III tegen de Hugenooten, Philips II tegen Engeland en Maximiliaan bij het dingen naar de kroon van Polen. Hij was nog vol van grootsche plannen, welke zich zelfs tot de verovering van Egypte uitstrekten, toen hij 27 Aug. 1590 overleed.
