Gepubliceerd op 18-03-2021

Sint-petersburg

betekenis & definitie

1) Gouvernement in het n.w. van Europeesch-Rusland, grenst ten n. aan het russ.-finsche gouv. Wiborg en het russ. gouv.

Olonez, ten z.o. aan Nowgorod, ten z.w. aan Pskow, ten w. aan Lijfland en Esthland, ten n.w. aan de Golf van Finland, beslaat een oppervlakte van 53.768 km.2, en telde in 1897: 2.143.256 inw.; lang, vlak en moerassig, klimaat vochtig en veranderlijk; fabrieken, visscherij, scheepsbouw, boschnrjverheid, landbouw, veeteelt; 650 km. spoorlijn; is gevormd uit het vroegere Ingermanland en is verdeeld in 8 districten: S., Gdow, Jamburg, Luga, Nowaja Ladoga, Peterhof, Schlüsselburg, Zarskoje Selo en de steden S. en Kroonstad.2) Sint-Petersburg, russ. Sanktpeterburg, in den volksmond Piter (het nederlandsche Pieter), bij de niet-russ. Slawen dikwijls Petrograd, nevens Moskou de hoofdstad van het russ. rijk, ligt onder 59° 57' N.B. en 30° 20' O.L. van Greenwich, in een lage vlakte, aan de monding van de Newa in de Golf van Finland. Genoemde rivier verdeelt zich hier in de noordwaarts gaande Newka, welke zich verderop nog in de Groote, Middelste en Kleine Newka splitst, en in de Groote en Kleine Newa, welke het eiland WassiljewskijOstrow (Basiliuseiland) omspoelen. Door deze vertakking van den stroom en door tal van gegraveta kanalen en grachten is de streek waar S. ligt verbrokkeld in een menigte grootere en kleinere eilanden, over 17 waarvan de stad zich heeft uitgebreid. S. heeft een gemiddelde jaartemperatuur van 3.7°, idem Januari — 8.6°, idem Juli -f- 17.7° C. Bij hoog water staan de laagstgelegen deelen der stad bloot aan overstrooming. S. telde in 1780 174.778, in 1864: 539.214, in 1902 met de voorsteden 1.487.720 inw. Het grootste en mooiste gedeelte der stad ligt op den linkeroever der Newa; ook dit wordt door vele grachten, oorspronkelijk moerasbeken, die uit de Newa komen en zich na een boogvormigen loop weer met haar vereenigen, in verscheiden eilanden gedeeld. De aanzienlijkste dezer grachten zijn de Mojka, het Katharinakanaal, de Fontanka en het Zagarodnoikanaal, dat in 1832 geopend werd en de gansche zuidzijde der stad omgeeft; het is bestemd om de talrijke schuiten, die levensmiddelen naar de stad brengen, tot haven te dienen. Over al deze wateren liggen in ’t geheel 123 bruggen, w.o. eenige van ijzer. De grootere armen van den vloed verdragen geen staande bruggen, omdat de sterke ijsgang ze zou verbrijzelen of althans dikwgls beschadigen. Hier bedient men zich daarom van schipbruggen, die omstreeks half October, wanneer de vloed het ijs begint te dragen, worden weggenomen. Het ijs breekt zelden vóór den 22sten Maart. Gemiddeld blijft de rivier slechts 219 dagen in het jaar vrij van ijs. Gedurende dezen langen winter is de Newa, als een straat, met de zwaarste voertuigen bedekt. De gesteldheid van den grond bemoeilijkt het bouwen zeer, maakt de gebouwen wankelbaar en is oorzaak, dat de straten, ondanks alle zorg, meestal morsig zijn. In de laatste jaren heeft men eenige hoofdstraten met houtblokken geplaveid. Een ander nadeelig gevolg van de lage ligging der stad is, dat vooral de westelijke gedeelten, zoo vaak de westenwind het afstroomen der Newa verhindert, aan groote overstroomingen zijn blootgesteld. Zulke overstroomingen hadden reeds in den loop der 18de eeuw, vooral in 1715 en 1777 bij herhaling plaats gegrepen; de grootste ramp van dien aard' gebeurde echter in 1824, 19 Nov., toen bij een vreeselijken storm de Newa zich 31/2 m. boven haar gewonen stand verhief, vele pleinen en straten onder water zette, de benedenverdiepingen der huizen vulde en aan huizen en goederen een onmetelijke schade toebracht. Ook in 1873 had nog een groote overstrooming plaats, die aan vele menschen het leven kostte. S. is zeer regelmatig gebouwd, en heeft vele zeer lange straten (Newsky-Prospect, loopende van het Admiraliteitsplein aan de Groote Newa naar het Alex. Newskyplein aan de Newa, 5 km. lang) en verscheidene ruime pleinen. De noordwaarts gaande arm der Newka scheidt de z.g. Petersburgsche zijde (links, tusschen de Newka en de Kleine Newa) van de Wiborgsche zijde (rechts). De stad is ingedeeld in 12 stadswijken, buurten of kwartieren (tschasti), die weer zijn onderverdeeld in tezamen 38 districten. Deze 12 buurten zijn:
1) het Admiraliteitskwartier, tusschen de Groote Newa en het Mojkakanaal; hier verdienen opmerking: de Admiraliteit, aan den oever der Groote Newa, een fraai gebouw, versierd met een toren, welks koepel en naaldvormige spits rijk verguld zijn; het staat ongeveer in ’t midden der stad en heeft een lengte van 220 m.; het hoofdfront ziet uit op het Admiraliteitsplein; de achterzijde van het gebouw is naar de Newa gekeerd; het werd door Peter den Groote aangelegd en bevat de kanselarij, een bibliotheek, een belangrijke verzameling van scheepsmodellen en vele magazijnen van alles, wat voor den bouw der oorlogsschepen noodig is. De oude wallen zijn geslecht, de grachten gedempt en door schoone met boomen beplante wandelwegen vervangen; van de Admiraliteit loopen als uit een middelpunt drie der voornaamste straten van S. uit, van welke de oostelijke, het NewskyProspect, de schitterendste winkels en heerlijkste gebouwen bevat; westwaarts van de Admiraliteit ligt het Petersplein, waarop niet ver van de Newa en vóór de paleizen van den Senaat en der Heilige Synode, die het plein ten w. begrenzen, het beroemde standbeeld prijkt van Peter den Groote te paard, door Falconet gegoten en in 1782 opgericht; aan dit plein ligt verder nog de prachtige Izaakskerk, in 1768 aangelegd, maar eerst onder Paul I voltooid; zij heeft in platten grond de gedaante van een gelijkvormig kruis; de vier einden daarvan maken gevels of façaden, die ieder met 12 Corinthische zuilen van 18 m. hoog en elk uit één stuk finsch graniet, versierd zijn. Aan den Newa-oever, maar door een breede ruimte daarvan gescheiden, ligt, oostwaarts van de Admiraliteit, het keizerlijke Winterpaleis (Simnij Dworec). Reeds Peter de Groote had op deze plaats een paleis gebouwd, waarin hij ook gestorven is; onder Elizabeth werd in de plaats daarvan (1754— 1762) een prachtig gebouw opgericht, dat 30 Dec. 1837 af brandde, maar in 1840 reeds weer nieuw was opgebouwd. Op het groote Paleisplein, tusschen het Winterpaleis en dat van den generalen staf, is 12 Sept. 1832 de reusachtige Alexander-zuil opgericht. Zij bestaat uit een zuilenschacht van 25 m. hoogte en 472 m* middellijn, uit één stuk graniet, dat op een voetstuk van ruim 10 m. hoogte staat. Het graniet voor dit kolossale monoliet (uit één stuk bestaande werk) is bij Pytterlax, aan de kust van Finland, dicht bij het strand, gebroken. Verder oostwaarts aan den Newa-oever ligt de fraaie schouwburg en het trotsche Marmerpaleis; het laatste werd van 1770—83 gebouwd, is geheel met graniet en marmer bekleed en heeft geen ander hout dan in de vloeren en deuren; niettemin is het reeds zeer vervallen. Dit paleis grenst ten o. aan een prachtig groot plein, het Marsveld (Marsowo Polje), dat zelf weer oostwaarts door den tot openbare wandeling ingerichten Zomertuin begrensd wordt; het ijzeren, zwaar vergulde hek van dezen tuin aan de Newa-zijde is zeer bezienswaardig. Op het Marsveld staat de metalen beeldzuil van Suworow. Ten z. van het Marmerpaleis verheft zich het paleis, dat van 1819—25 werd gebouwd en dat keizer Alexander zijn broeder Michael schonk; het is een der schoonste en rijkste onder de nieuwere gebouwen van S. Bovendien bevat deze stadswijk nog vele schoone openbare gebouwen, verscheiden kazernen, het ministerie van buitenlandsche zaken, de post enz. Aan het uiterst westeinde van dit stadsgedeelte ligt aan de Newa de Nieuwe Admiraliteit, met overdekte scheepstimmerwerven en groote dokken, waar groote linieschepen kunnen worden gebouwd.
2) De Kazansche huurt; deze omgeeft ten z. de vorige en wordt door de Mojka en het Katharinakanaal ingesloten; zij bevat: de heerlijke kathedraal der Moeder Gods van Kazan, in 1801—11 naar het model der Pieterskerk te Rome gebouwd. Het inwendige is met de schoonste granietzuilen, metalen standbeelden en met de zegeteekenen der laatste fransche oorlogen versierd. In 1837 is de geheele altaarwand met massief zilver bekleed, waartoe de Kozakken van den Don het zilver (meer dan 3000 pond) geschonken hadden. Deze kerk staat aan het Newsky-Prospect en vóór haar zijn in 1837 ’de metalen standbeelden der veldheeren Kutusow en Barclay de Tolly opgericht. In dezelfde straat vindt men ook de schoone kath. kerk, de luthersche Petri-kerk en een armeensche kerk. In het westelijk gedeelte der wijk ligt de groote schouwburg. Overigens bevat zij nog benevens vele andere openbare gebouwen het krijgscollege, het groote keizerlijke opvoedingsgesticht, het vondelingshuis, de keizerlijke stallen, de gereformeerde kerk enz.
3) De Spasskische buurt, tusschen het Katharinakanaal en de Fontanka, bevat het oude Michaïlowskische paleis, 1797 —1801 gebouwd, waarin keizer Paul zijn leven eindigde; het was toen evenals een citadel met vestingwerken omgeven, die nu, geslecht, tot wandelwegen dienen; het gebouw zelf is voor de genie ingeruimd. Niet ver vandaar ligt het nieuwe Michaïlowskische paleis, met een schoonen tuin; vóór het paleis staat een metalen ruiterstandbeeld van Peter I. Voorts het Anitschkowsche paleis, aan het NewskyProspect, met een schoonen, door een ijzeren hek omgeven tuin; daarbij de nieuwe schouwburg en niet ver vandaar, aan het Newsky-Prospect, de groote openb. bibliotheek; de groote handelsmarkt (Gostinnyj-Dwor) en nog twee andere marktpleinen, vierkante plaatsen, met groote winkels en overdekte gangen omgeven, in welke alle mogelijke voorwerpen van behoefte en weelde worden te koop geboden, en vele andere openbare gebouwen.
4) De Kolomna, westwaarts van de beide eerste, door de Newa en eenige kanalen omvloeid;
5) De Narwasche stadswijk, ten z. van de vorige, aan de Newa; zij is nog niet lang geleden eerst bij de stad getrokken en bevat nog groote onbebouwde ruimten. Aan haar zuidelijkst einde ligt het oude paleis Katharinahof, dat, toenmaals op tamelijken afstand van de stad, Peter de Groote voor zijn gemalin oprichtte. Het is slechts een houten gebouw, doch bevat eenige reliquieën van Peter den Groote; verder bevat deze wijk nog een nieuwe prachtige triomfpoort aan de stadsgracht, vele kazernen, een door keizer Paul aangelegd groot militair weeshuis enz.
6) De Moskousche stadswijk, z.o.-waarts van de Spasskische buurt, door de Fontanka, het Newsky-Prospect, het Obwodnyjkanaal en de Ligowka begrensd, heeft insgelijks nog groote onbebouwde ruimten. De aanzienlijkste gebouwen van dit gedeelte zijn het groote stadshospitaal met het krankzinnigen- en tuchthuis en de Semenowsche kazerne.
7) Het Alexander Newskij-kwartier, tusschen Newa, Obwodnyjkanaal en Ligowka, is slechts voor een gering gedeelte bebouwd; hier vindt men o. a. het klooster van den heiligen Alexander Newskij; het werd door Peter den Groote gegrondvest op de plaats waar St.-Alexander, naar een oude sage, een overwinning op de Zweden en Denen behaalde; Katharina bouwde er van 1776—90 een nieuwe prachtige kerk bij, in welke de gebeenten van den heilige in een zilveren lijkkist rusten. In een kleinere, daarnaast staande kerk zijn de gedenkteekenen van Suworow en vele andere veldheeren, staatsmannen en vorstelijke personen, en op het aangrenzende kerkhof die van vele voorname familiën. Het klooster bevat de woning van den metropolitaan, aartsbisschop van Petersburg, en een kweekschool voor jonge geestelijken, benevens een aanzienlijke bibliotheek.
8) Het Artilleriepark (Litejnyj), tusschen Newa, Fontanka en Ligowka; behoort tot de hoogst gelegen, gezondste en schoonste gedeelten der moerassige stad. Hier liggen tegenover elkander in dezelfde straat het oude en het nieuwe tuighuis; het laatste, bijzonder groot en prachtig, onder Alexander I gebouwd, bevat behalve den eigenlijken wapenvoorraad velerlei merkwaardige voorwerpen van oorlogsbuit en een verzameling van oude wapenrustingen der duitsche orde, welke vroeger te Riga bewaard werden; de gieterij, het artilleriepark enz. Verder bevat deze wijk een aantal prachtige kazernen; het groote armenziekenhuis; daar tegenover ligt het door keizer Paul gegrondveste Katharina-stift, waarin ongeveer 200 ouderlooze meisjes van aanzienlijken huize verpleegd worden.
9) De Roshdestweskijbuurt, ten o. van de vorige, tusschen de Ligowka en de Newa; hier ligt het Taurisch paleis of het Pantheon, een met een koepel gekroond gebouw, met een schoonen tuin, welken Katharina eens ten geschenke gaf aan vorst Potemkin, die wegens de verovering van de Krim den bijnaam „Tauriër” kreeg; nu bevat deze lusthof vele antieken en marmeren kopieën van andere kunstwerken der oudheid. Verder 't voormalige klooster Smolna, door Katharina II gesticht; het ligt aan de Newa, ter plaatse waar zij een boog van het z. naar het w. maakt; eindelijk de kazerne der riddergarde.
10) Het Wassiljewskijkwartier, omvat het gansche, tusschen de beide armen der Newa gelegen Basiliuseiland (Wassiljewskij Ostrow), waarvan echter alleen de oostelijke helft en een gedeelte der westelijke bebouwd is. Deze wijk is het regelmatigst van alle aangelegd; de voornaamste gebouwen van dit gedeelte liggen alle op en om de open plaats, die de oostelijke punt van het eiland uitmaakt. Hier bevinden zich: de nieuwe beurs, rondom op zuilen rustende; zij staat juist aan de spits van het eiland, waar de stroom zich verdeelt, en tot beveiliging der scheepvaart zijn hier aan den oever, op twee rostraal-zuilen (met scheepsnebben versierde kolommen) van 40 m. hoogte, nachtvuren ingericht; het tolkantoor en de daarnaast liggende groote pakhuizen (ambaren); het nieuwe gebouw van de academie der wetenschappen, benevens de bibliotheek, het naturaliënkabinet en de oude sterrenwacht (de nieuwe sterrenwacht, een prachtig, met de beste instrumenten voorzien observatorium, ligt op de hoogte van Pulkowa, eenige westen zuidwaarts van de stad en is in 1835 ingewijd); het groote, lange gebouw der 12 rijkscollegiën, waarin zich thans de nieuwe universiteit en het archief van den Senaat bevinden; op het plein tusschen deze gebouwen staat in een tempelvormig gebouw een groote globe van 4½ m. middellijn. Dicht aan dit plein ligt het eerste cadettenkorps; het werd in 1732 door keizerin Anna opgericht en kreeg het Mentschikowsche paleis ten verblijf; in dit ontzaglijk gebouw worden eenige honderden kadetten opgevoed; merkwaardig is vooral de daarbij aanwezige volledige verzameling van modellen, van allerlei tot de krijgswetenschappen behoorende voorwerpen. Op het aan dit gebouw grenzende Rumanzowsplein aan de Newa staat sedert 1819 de marmeren obelisk ter eere van Rumanzow, die vroeger op het Marsveld stond.

Verder westwaarts aan de Newa liggen: het prachtige gebouw van de academie der kunsten, waarin omstreeks 300 kinderen onderwezen worden, mede een stichting van Katharina, en eindelijk ’t prachtige gebouw van de mijnbouwschool. In het n.w. deel van het eiland liggen vele kerkhoven. Aan het westelijk eind van ’t eiland is de galei-haven, aan welke zich een voorstad heeft gevormd, die meest door matrozen en handwerkslieden wordt bewoond.

11) De Petersburger wijk, noordwaarts van de vorige, omvat de eilanden ten n. van Wassiljewskij Ostrow; hier ligt de PeterPauls-vesting, op een kleiner eiland aan den zuidelijken rand van een grooter. Peter I legde in 1703 den eersten steen daarvan. In deze vesting staat ook de door Peter in 1712 gestichte Peter-Pauls-kathedraal, met een toren van 110 m. hoog, welks vergulde, naaldvormige spits een bol draagt, waarop een engel staat, wiens vaan als windwijzer dient. In deze kerk liggen Peter zelf en al zijn opvolgers begraven. Bovendien vindt men in de vesting nog de munt. Dicht aan de groote Petersburger brug staat, door een steenen huis overbouwd en beveiligd, het eerste houten huis, dat Peter de Groote hier liet aanleggen en uit hetwelk hij den bouw der vesting en den aanleg der stad bestuurde; bij dit gebouw vertoont men nog onder een open schuur een boot, de grootvader der russische vloot geheeten, welke de keizer eigenhandig moet getimmerd hebben. Tot deze stadswijk behooren nog vele noord- en westwaarts liggende eilanden, zooals het Apothekers-eiland, met een botanischen tuin, Kamennyj Ostrow of het Steeneiland, het eiland Jelägin, het Kruiseiland en het St.-Peterseiland. Deze alle waren vroeger met moerassen en kreupelhout bedekt, doch zijn in den laatsten tijd meer en meer in wandelwegen en plantages veranderd. Kamennyj Ostrow, het noordelijkste dezer eilanden, is met landhuizen en tuinen bedekt; aan de oostelijke punt ligt een schoon keizerlijk paleis met een tuin; aan de westelijke een schouwburg. Het Kruiseiland, met houtgewas, maar ook met fraaien tuinaanleg en koffiehuizen van allerlei soort overdekt, is de gezochte verzamelplaats van alle standen. Op het eiland Jelägin, noordwaarts van het vorige, is een keizerlijk lustslot met schoone tuinen. Het geheele eiland is in een park veranderd, en daar tegenover op het vasteland aan den rechter rivieroever liggen insgelijks schoone tuinen van russische grooten.
12) De Wiborger wijk bestaat meest slechts uit weinige straten aan den rechteroever der Newa en Newka. Hier liggen het groote land- en zeehospitaal voor het garnizoen; daarnaast de medisch-chirurgische academie, een klinisch instituut, enz. De stad heeft 47 km. omtrek en ruim 85 km.2 oppervlakte. Tot de voornaamste instellingen van onderwijs, kunst en wetenschap behooren de in 1821 opgerichte universiteit, de door Peter den Groote gestichte medico-chirurgische academie, zes gymnasia, een technologisch instituut, een bergacademie, een academie van wetenschappen, een academie van schoone kunsten, een historisch en philologisch instituut, een keizerlijke bibliotheek, een ethnographisch museum, een handelsacademie, enz. De handel van S., die een vierde van dien van geheel Rusland bedraagt, is buitengewoon belangrijk, en door geregelde stoomvaartlijnen staat de stad met bijna alle havens van de Oost- en Noordzee in verbinding. Tot de aanzienlijkste artikelen van uitvoer behooren: koren (rogge), meel, vlas, lijnzaad, hennep, touw, potasch, moscovische matten, talk en andere vetten, oliën enz.; de invoer loopt hoofdzakelijk over katoen, olijfolie, koloniale waren en wijnen. Ook de nijverheid van S. heeft in de laatste jaren een buitengewone vlucht genomen; men vindt er groote fabrieken voor katoen, wol, leer, zeep, aardewerk, machinerieën, luxe-artikelen, porcelein, spiegels, bijouterieën, enz.
S. werd in 1703 door Peter den Groote gesticht. De landstreek die hij ervoor bestemde was kort te voren ontweldigd aan Zweden en aanvankelijk zou er alleen een vesting worden gebouwd. Weldra echter besloot Peter daar ter plaatse tevens een groote stad aan te leggen en in 1712 vestigde hij er zijn residentie. In 1750 telde de plaats reeds 80.000 inw. Katharina II maakte bijzonder werk van de verfraaiing der nieuwe, als uit den grond opgerezen stad, die in snelle opkomst in Europa alleen wordt overtroffen door Berlijn. Alexander I zorgde voor drooglegging veler moerassen in de omgeving en liet een menigte bruggen bouwen. Onder Nicolaas I kwam de eerste spoorwegverbinding met het binnenland tot stand. Tijdens de revolutie die een eind maakte aan de alleenheerschappij, hadden hier de eerste massa-slachtingen onder demonstreerende menschenmassa’s plaats (22 Jan. 1905).

< >