Gepubliceerd op 23-02-2021

Simon van leeuwen

betekenis & definitie

nederlandseh rechtsgeleerde, geb. te Leiden 1626, behaalde aldaar het doctoraat in de vaderlandsche rechten, en was er eenigen tijd werkzaam als advokaat, toen hij in den raad der veertigen werd opgenomen. Later werd hij ondergriffier van den Hoogen raad te ’s Hage.

Hij was onvermoeid in het nasporen van vaderlandsche oudheden en van bijzonderheden der rechtsbedeeling, gelijk de lange lijst zijner schriften getuigt, waarvan wij slechts noemen: Batavia illustrata etc., Roomsch Hollandsch regt, Keuren en ordonnantiën van Rhijnland, Nederl. practijh en oefening der notarissen, enz. Ook gaf hij een korte beschrijving van de stad Leiden en een Groot placaatboek van de H. H. Staten-Gener aal der Vereen. Nederl enz. (1682).

< >