in de Odyssee van Homerus het in een spelonk tegenover de draaikolk Charybdis huizende zeshoofdige monster, dat dieren en menschen, die in zijn bereik komen, verslindt; de rots, waarin S. huisde, vond men in een, aan de straat van Messina grenzende steile klip, die den naam S. (Scyllaeum promontorium) droeg; de uitdrukking: „van S. in Charybdis komen” beteekent: van den regen in den drop, van den wal in de sloot, van kwaad tot erger komen.
S. is ook de naam der 155ste planetoïde.