la Terreur, in de fransche geschiedenis naam van de periode der groote omwenteling, waarin het révolutionnaire gouvernement zijn dictatoriale almacht gebruikte om alles wat in eenigerlei vorm oppositie durfde bestaan, te vernietigen, elke onafhankelijke meening te onderdrukken, en aldus door intimidatie en terrorisme meester van den toestand te blijven. Het S. begon zoodra met den val der Girondijnen de Jacobijnen de macht in handen kregen (Juni 1793) en eindigde met den val van Èobespierre (9 Thermidor jaar II, 27 Juli 1794).
Analoge toestanden in de geschiedenis worden ook wel S. geheeten.
