Gepubliceerd op 18-03-2021

Schaumburg-lippe

betekenis & definitie

duitsch vorstendom, het west. deel van het voormalig graafschap Schaumburg; in oppervlakte de 23ste en in inwonerstal de 26ste bondsstaat, in 1900: 43.132 inw., ligt tusschen de pruis. prov. Hannover, Westfalen en het pruis. (tot 1866 KeurHessen) gedeelte van het graafschap Schaumburg.

Het is vruchtbaar en rijk aan hout, steenkolen en minerale bronnen.

Geschiedenis

De linie Schaumburg of ook wel Bückeburg van het huis Lippe werd gesticht door den jongsten zoon van graaf Simon VI, Philips, die 1613 als apanages de ambten Lipperode -en Alverdissen ontving èn door zijn zuster Elizabeth, de echtgenoote van den laatsten graaf George Hermann van Schaumburg, 1640 tot erfgenaam van het graaf schap Schaumburg werd aangewezen; hij voerde i668 het eerstgeboorterecht in zijn huis in, en overl. 1681. Hij werd opgevolgd door zijn oudsten zoon Friedrich Christian, overl. 1728, terwijl de tweede, Philipp Ernst, het ambt Alverdissen als apanage ontving en de linie van dien naam stichtte. Met den als veldheer beroemden graaf Wilhelm stierf 1777 de oudere linie Bückeburg in den mannel. stam uit en het bezit daarvan ging op de linie Alverdissen over. Graaf Georg Wilhelm zu S., trad 1807 tot het Rijnverbond toe en jiam den titel van vorst (prince) aan. Hij schonk het land 15 Jan. 1816 een constitutie, die 1848 gewijzigd werd; de landdag van 1818 regelde de financiën en belastingen; de vorst nam de schulden van het land over, in ruil met deszelfs vorderingen, zoodat het land vrij van schuld werd. Op Georg Wilhelm volgde 21 Nov. 1860 zijn zoon vorst Adolf. In 1866 besliste S. ten gunste van het oostenrijksche mobilisatievoorstel en zond een contingent troepen naar Mainz, trad echter 29 Juni uit den Bond en sloot zich bij den Noordduitschen Bond, 1871 bij het Duitsche rijk aan. Op vorst Adolf, overl. 8 Mei 1893, volgde zijn zoon vorst Georg. Door den dood van vorst Woldemar, 20 Maart 1895, werd de opvolgingsquaestie in het vorstendom Lippe acuut. Bij testamentaire beschikking van vorst Woldemar werd de jongste broeder van vorst Georg, prins Adolf van S., tot regent in Lippe aangesteld en 23 April als zoodanig door den landdag bevestigd.

< >