Gepubliceerd op 18-03-2021

Saragossa

betekenis & definitie

stad in de spaansche prov. Aragon, aan de Ebro; in 1900: 99.118 inw.; zetel van een aartsbisschop en van een oppergerechtshof.

Merkwaardige gebouwen: twee aartsbisschoppelijke metropolitaan-kerken, San Salvador en de Nuestra Senora del Pilar. Behalve de in 1474 gestichte universlteit heeft S. sedert 1776 een academie van schoone kunsten, een rechtsgeleerde en een medisch-chirurgisch-pharmaceutische academie enz. Fabrieken van salpeter, zijden- en linnenwaren, sandalen, chocolade enz.S., oorspronkelijk Salduba geheeten, sedert 27 v. Chr. als rom. kolonie een belangrijke stad, bereikte haar tegenwoordige grootte eerst door de Mooren, die het 1017 tot hoofdstad van een eigen rijk Saragostha (Sarakosza) maakten. Door Alfonsus I tot hoofdstad van Aragon verheven, bloeide het weldra tot de belangrijkste stad van het christelijk Spanje op, doch verviel na de vereeniging der kronen van Aragon en Castilië. De stad werd in 1808 door de Franschen ingesloten en 3 Aug. beschoten; de heldhaftige verdediging onder Palafox dwong hen, in den nacht van 15 Aug. het beleg op te breken. Doch reeds 20 Dec. begon een tweede belegering; eerst 18 Febr., toen de voorstad op den linkeroever van de Ebro genomen werd, was de val der stad beslist; 21 Febr. had de eervolle overgave plaats; meer dan 54000 menschen, onder wie 14000 soldaten, waren binnen 60 dagen omgekomen. Tijdens dit tweede beleg werd het beroemde archief der kroon van Aragon een prooi der vlammen.

< >