Medulla spinalis, het centraalorgaan van het voor gevoel en beweging dienende zenuwstelsel; met zijn voorste aanzwelling, de hersenen (zie ald.) vormt het ’t hersen-ruggemerg-zenuwstelsel. Het R. is bevat binnen in den door de neurapophysen gevormden koker, welke even zoo vele paren zijdelingsche openingen voor uittreding der zenuwen heeft als er wervelbogen zijn.
Evenals de hersenen, is het R. bovendien nog omgeven door drie vliezen. Het buitenste en stevigste is het harde hersenruggemergvlies (dura mater), dat in alle openingen dringt, waaruit zenuwen treden en ook deze inhult. Onmiddellijk op het R. ligt het zachte ruggemergvlies (pia mater). Tusschen deze beide vliezen in bevindt zich het teedere spinnewebvlies (arachnoidea). Inwendig heeft het R. een holte, een overlangs loopend fijn kanaal, met een dun vlies bekleed, en in gemeenschap staande met het stelsel van holten der hersenen. De gedaante van het R. is die van een min of meer cylindrische, achterwaarts dunner toeloopende streng, met twee overlangs loopeinde insnijdingen, één aan de rug-, en één aan de buikvlakte. Men onderscheidt aan het R. witte en grijze zenuwzelfstandigheid; de witte omgeeft de grijze. Ter plaatse waar talrijke zenuwen uit het R. treden, en vooral daar waar de zenuwen voor de ledematen haar oorsprong nemen, is het R. eenigszins aangezwollen. Het R. is, van het verlengde merg (zie Hersenen) af gerekend, 35 a 40 centim. lang en eindigt beneden bij de eerste lendenwervels, met een stompe spits; de zenuwen echter die voor de onderste ledematen bestemd zijn, treden verder naar beneden naar buiten en vormen zoo de zoogenaamde cauda equina, paardenstaart, die het overig deel van de wervelholte vult. Uit elk der 31 intervertebrale openingen treedt ter weerszijde een zenuw naar buiten, elk met twee wortels: een voorsten wortel voor de beweging en een achtersten wortel voor het gevoel. De functie van het R. bestaat eerstens hierin, dat zijn zenuwvezels de gewaarwordingen van de huid naar de hersenen overbrengen en omgekeerd, van de hersenen uit, de bewegingsprikkels voor de spieren voortleiden; verder regelen bijzondere ophoopingen van zenuwcellen (reflex-centra) in het R. de werkzaamheid v. de longen, het hart, het darmkanaal, de blaas- en de geslachtsorganen, alles buiten den invloed van den wil.
R.-ziekten
Bij de groote verscheidenheid in den aard der zenuwvezels en zenuwcellen van het R., zijn bij de ziekten van het R. de ziektebeelden zeer verschillend. Alle R.-ziekten leiden, zoo zij niet genezen, ten slotte tot verlamming. De meeste beleedigingen van het R. komen bij breuken der wervelkolom voor. Zulk een beleediging heeft verschillende gevolgen; hoe verder naar boven de beleediging plaats heeft, des te uitgebreider zijn deze. Wanneer de verrichting van het R. aan het bovenste gedeelte belemmerd wordt, wordt de geheele romp verlamd en de dood volgt door stikking, als gevolg van verlamming van den nerv. phrenicus. Bij beleediging van de onderste hals- en bovenste rugstreek, worden de borst- en buikspieren verlamd, er treden eveneens ademhalingsbezwaren in, daar hoofdzakelijk de uitademing belemmerd wordt Bij een verlamming van het onderlijf houdt het allereerst het gevoel van aandrang der tot uitscheiding bestemde stoffen in den endeldarm en de blaas op, ook de willekeurige uitdrijving derzelve; er ontstaat opzetting van den buik, terughouding der urine, tympanitis; later onwillekeurige, zuiver mechanische ontlasting door verlamming der sluitspieren. De verlamde ledematen worden dikwijls oedimateus. Soms neemt men sterke neiging tot versterving op enkele plaatsen waar, zonder dat een plaatselijke oorzaak heeft ingewerkt. De warmtegraad van het lichaam is meermalen verhoogd, zelden verminderd. Met verlamming van de onderste helft van den romp en van de ledematen kan het leven maanden en zelfs jaren lang blijven bestaan. De beleediging van het R. kan ook met verschijnselen van prikkeling gepaard gaan, als samentrekkingen der spieren, stuipachtige trekkingen, abnormale gewaarwordingen , mierenkruipen, priapisme, zaadstortingen, prikkeling der blaasspieren, zoodat er een voortdurende druppelsgewijze ontlasting der urine ontstaat, bestendig slikken, herhaalde braking enz. Na een hevige schudding v. het R. gaat het soms in een brijachtige, witte massa over, zonder dat de geringste sporen van ontsteking zijn waar te nemen. Een der meest voorkomende R.-ziekten is de ruggemergstering, Tabes dorsalis, zoo genoemd met het oog op haar langzaam verloop, gepaard met sterke vermagering; zij is in de meeste gevallen indirect het gevolg eener in vroegere jaren doorstane syphilitische besmetting, die den bodem geschikt heeft gemaakt voor deze ziekte; zij begint met een gevoel alsof een band om het lijf is gesnoerd, moeilijke urineloozing, geslachtelijk onvermogen; later wordt de gang onzeker, het gevoel van pijn wordt minder; eindelijk kunnen allerlei stoornissen optreden, als aanvallen van pijn in den buik, in het strottenhoofd, verlamming van verschillende spieren, zwelling van gewrichten, zweren aan de voeten, enz. De tegenwoordige geneeskunde behandelt deze ziekte, tegenover welke men vroeger machteloos stond, met matige waterkuren en eleetriciteit, zenuwgymnastiek en massage. In de laatste kwarteeuw is aan de R.-ziekten een bijzondere aandacht geschonken, de diagnostiek heeft zich buitengewoon ontwikkeld en de behandeling is veel verbeterd.