Gepubliceerd op 18-03-2021

Pupil (oog)

betekenis & definitie

(lat. pupilla, poppetje, zoogenaamd naar het kleine beeldje van zich zelf, dat de beschouwer ziet in het oog van een ander en dat eigenlijk op het hoornvlies, een kleinen bollen spiegel, wordt gevormd, maar dat men op de donkere pupil er achter projecteert) is de opening in het regenboogvlies of iris (zie Gezicht), waardoor de lichtstralen het oog binnendringen. Door het samentrekken of verslappen der vezels van twee systemen van spieren, die in de iris gelegen zijn (één kringvormig om de pupil, één radiair ten opzichte van de pupil gelegen) kan de pupilopening kleiner of grooter gemaakt worden (P.-reactie).

De pupil is nauwer:

1. Naarmate er meer licht op het oog valt; een middel dus om het binnenste van het oog automatisch voor te sterk licht te sparen.
2. Bij het zien naar voorwerpen op korten afstand voor de oogen gelegen (bij accommodatie en convergentie, zie Gezicht).
3. Door sommige vergiften die plaatselijk aangewend worden als oogdruppels (miotica) en bij vergiftiging door nicotine, opium, chloral.
4. Bij enkele ziekten van het centraal zenuwstelsel.

De pupil is wijder:

1. Als er weinig licht op het oog valt, behalve in diepen slaap, dan is de pupil nauw.
2. Bij het zien in de Verte.
3. Door sensible prikkels (pijn) en psychische prikkels (schrik).
4. Door sommige vergiften die plaatselijk aangewend worden als oogdruppels (mydriatica) en door enkele algemeen e vergiftigingen (vleeschvergiftiging, diphtherie).
5. Bij sommige ziekten van het centraal zenuwstelsel.

De pupil reageert niet op licht als het oog volkomen blind is, als de spieren in de iris verlamd zijn en als de iris door ontstekingachtig weefsel met de lens is vergroeid. Men spreekt van Anisocorie als de pupillen ongelijk van grootte zijn. Soms is de P. niet rond maar peervormig doordat een gedeelte van de iris ontbreekt (Coloboma Iridis), een aangeboren gebrek, dat zóó ver' kan gaan, dat de geheele iris afwezig is (Irideremia), in welk geval de P. zeer groot is.

< >