L., (fam. Rosaceae, onderfam.
Pomaceae). Twee soorten vooral werden sinds lang gekweekt, n.l. P. communis L., pereboom, en P. malus L., appelboom. Van beide soorten zijn een onnoemlijk aantal variëteiten gewonnen. De pereboom heeft aan den voet versmalde of afgeronde vruchten en witte bloemen, de appelboom heeft boven en aan den voet verdiepte vruchten en rosé, zelden geheel witte bloemen. Volgens Bngler zijn vooral P. pumila, dasyphylla en prunifolia de stamouders van onze appelsoorten en P. Achras, Persica, cordata en daeagnifolia, die onzer peersoorten. Zij zijn uit Perzië naar Europa overgebracht.