Rosaceeën, Roosachtige planten, dicotyle plantenfamilie van de orde der Rosalen, kruiden of heesters, meest met afwisselende, veelal gevinde of handvormige bladen; bloemen verschillend gerangschikt, meest tot bijschermen of tuilen vereenigd, regelmatig; kelk nu eens uitgespreid, en dan weder bestaande' uit eene langere of kortere buis; meeldraden doorgaans talrijk, vruchtbeginsels in den regel talrijk, zelden minder talrijk of 'tot één enkel verminderd, over de inwendige oppervlakte der kelkbuis verspreid; stijlen dikwijls min of meer zijdelingsch, stempels enkelvoudig of penseelvormig; de vrucht bestaat uit vele ééuzadige, droge of besachtige graanvruchtjes, die op den in rijpen toestand doorgaans in omvang toegenomen bloembodem staan, of in de vleezige kelkbuis besloten zijn; zelden doet zij zich voor in den vorm van een zeker aantal openspringende kokervruchten; zaden zonder kiem wit; kiem recht. Deze familie telt vooral vertegenwoordigers in de gematigde luchtstreek en omvat vele ooft- en sierplanten (rozen).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk