geb. 1529 te Leiden, zoon van A. L.
M. Vermeer, een zeemtouwer aldaar, die tijdens de vervolging der doopsgezinden, bij welke gemeente hij vermaner was, in 1587 onthoofd werd, waarna zijn kinderen (drie zoons en een dochter) den naam W. aannamen. Pieter vluchtte in 1568, om aan Alva te ontkomen, met zijn beide broeders naar Einden. De bloedraad verbande hem, met verbeurdverklaring zijner goederen. Hij begaf zich naar den prins van Oranje te Dillenburg en vestigde zich in 1570 te Wezel, waar hij in zijn woning verscheidene gezanten, commissarissen, boden e. a., welke men heimelijk uit deze landen naar den prins afzond, herbergde. Nadat zich al de hollandsche steden (behalve Amsterdam! onder het stadhouderschap van den prins hadden begeven, werd W. door dezen afgezonden, om met Mr.
P. de Rijke en Adriaan Manmaaker een aanslag op het graafschap Zutphen te doen, welke, ook door de heimelijke hulp van den magistraat der stad Wezel, met succes werd uitgevoerd. Hierna volbracht hij voor den prins verschillende zendingen. In 1573 werd hij tot burgemeester van Leiden aangesteld en bewees aan den lande, doch vooral aan die stad, voornamelijk in de beide harde belegeringen door de Spanjaarden, gewichtige diensten. Na het opbreken van het beleg toonde zich W. mede een ijverig voorstander van de rechten en vrijheden der stad Leiden. Hij werd vervolgens door de Staten van Holland benoemd tot commissaris-generaal van den benoodigden leeftocht voor ’s lands krijgsvolk. W. vergezelde in 1587, op nadrukkelijk verzoek van *s lands staten, prins Maurits naar Geertruidenberg.
Hij bekleedde, sedert zijn verkregen ontslag in 1574, nog tienmaal de burgemeesterlijke waardigheid, en bediende ook tusschenbeiden het schepenambt. Hij overl. te Leiden in 1604, waar zijn kleinzonen in 1661 in de Pancras- of Hooglandsche kerk een fraai gedenkstuk uit marmer te zijner eere hebben doen oprichten. Ook zijn er twee gedenkpenningen te zijner eere vervaardigd, beschreven door mr. G. van Loon in zijn Aederl. historiepenningen. In 1884 werd een fraai standbeeld ter herinnering aan dezen voortreffelijken burgervader opgericht te Leiden op de Ruïne, sedert Van der Werffpark genaamd.
