Gepubliceerd op 28-02-2021

Pieter adriaan van overeem

betekenis & definitie

nederl. dichter en blijspelschrijver, geb. 1820 te Amsterdam, waar hij deurwaarder was; blijspelen: De kantooropstand (1852), De dichter (1853), Het gelukkig toeval (1855), De kiezers of het hemd is nader dan de rok (1858) enz., door Haspels te zamen uitgegeven met andere stukken; verder: Proeve eener berijming van het burgerlijk wetboek (Amst. 1865), gelegenheidsgedichten enz. Hij schreef vele jaren voor het Ned.

Tooneel den nieuwjaarswensch in „Kloris en Roosje”, uitgesproken door Thomasvaer en Pieternel. Hij overl. 9 Oct. 1893.

< >