Gepubliceerd op 28-02-2021

Phenol

betekenis & definitie

carbolzuur, Acidum carbolicum, een mono-oxybenzol (zie Phenolen), C6 H5 OH1( kristalliseert in lange, witte naalden; zij komt voor in zware-steenkoolteerolie. Uit benzol verkrijgt men deze stof door het kaliumzout van benzolsulphozuur met bijtende potasch te smelten, waarbij phenol en kaliumsulphiet ontstaan.

P. smelt bij 42° en kookt bij 184°. Het heeft een eigenaardigen, doordringenden reuk, en een brandenden, bijtenden smaak; bezit geen zure reactie, maar gaat toch met metaaloxyden zoutachtige verbindingen aan (van daar de naam carbolzuur). Leidt men den damp van P. over verhit poeder van zink, dan ontstaat benzol. P. wordt in vrijen toestand of met kalk verbonden gebruikt als desinfecteermiddel, daar het in hooge mate de eigenschap bezit om ontleding en bederf van organische stoffen tegen te gaan (zie Carbolzuur); verder dient het ter bereiding van salicylzuur, van nitrophenolen en van de phenolverfstoffen. In den handel draagt het ook wel den naam van creosoot of kreosoot.

< >