Nederl ontleedkundige, geb. 11 Mei 1722 te Leiden, studeerde aldaar, werd in 1750 hoogleeraar in de medicijnen te Franeker, in 1755 te Amsterdam, en in 1763 te Groningen, legde hier in 1773 zijn ambt neder, practiseerde eenigen tijd, ging daarna reizen, en stierf 7 April 1789 in Den Haag.
Hij schreef: Demonstrationes anatomico-pathologicae (Amst., 1762), Description d’un éléphant mâle, enz.