pestilentie, oudtijds en in de middeleeuwen naam voor alle epidemisch optredende kwaadaardige ziekten, thans naam eener bepaalde ziekte, de builenpest, een door een bacil veroorzaakte, waarschijnlijk oorspronkelijk van de ratten afkomstige en nog dikwijls door deze dieren overgebrachte, besmettehtjke ziekte, endemisch in de steppen rondom het Baikalgebergte, in eenige bergachtige provinciën van China en in Centraal-Afrika. Bij den meest voorkomenden vorm dezer ziekte, de klierenpest, komen onder hooge koorts hier of daar op het lichaam (meest in de lies- of okselstreek, zeldzamer aan den hals) meer of minder omvangrijke pijnlijke gezwellen op, die veelal overgaan in verettering en afsterving.
Deze vorm verloopt in weinige dagen, voor 60—95 pCt. met doodelijken afloop. Dikwjjls komt het door den snellen voortgang der ziekte niet tot klierzwelling, maar sterven de lijders onder de verschijnselen van bloedvergiftiging na enkele uren. Bij een derden vorm zetelt de ziekte in de longen. Herstel gaat gepaard met zwaar zweeten; behandeling meest vruchteloos, prophylaxis door afzondering der zieken, angstvallig toezien op verdachten, desinfectie en immuniseering.