in de grieksche mythologie de kleinzoon van Zeus, de zoon van den phrygischen koning Tantalus (zie ald.), broeder van Niobe, werd door zijn vader in stukken gesneden en gekookt den góden als spijs voorgezet. De góden bemerkten echter het bedrog en lieten de spijs onaangeroerd; alleen Demeter' at een der schouders op.
Zeus beval daarop Hennes, de stukken weer in den ketel te doen, waaruit Clotho vervolgens den knaap in vernieuwde schoonheid te voorschijn haalde; den ontbrekenden schouder verving Demeter door een ivoren, vandaar dat alle Pelopiden. als erfelijk teeken van hun geslacht een witte vlek op den schouder hadden. Tot een schoon jongeling opgegroeid, kwam P. in Pisa om naar de hand van Hippodamia te dingen, de dochter van koning Oenomaus, die reeds tal van vrijers zijner dochter in den wagenwedstrijd overwonnen en vervolgens gedood had. Met behulp der gevleugelde paarden, die Poseidon. hem geschonken had, of door de trouweloosheid van Oenomaus’ wagenmenner Myrtilus (zie ald.) behaalde P. de overwinning en kreeg met de bruid de heerschappij over Pisa. Toen hierop Myrtilus, de zoon van Hermes, het voor zijn verraad bedongen loon eischte, werd hij door P. bij Geraestus op Euboea in zee geworpen en van deze misdaad dateert de vloek, die voortaan op het huis van P. rustte. Hippodamia schonk P. zes zonen: Atreus, Thyestes, Pittheus, Alcathous, Plisthenes en Chrysippus. Zijn heerschappij breidde zich van Pisa eerst over Olympia, waar hij de spelen vernieuwde, en vervolgens over Arcadië uit; het geheele zuidelijk schiereiland van Griekenland echter kreeg naar hem den naam Peloponnesus.
